Economie

„Bij dierziekte zo min mogelijk vee doden”

Tijdens de mkz-crisis en de vogelpest was hij de topadviseur van de minister van Landbouw. Vorige week ging drs. F. Pluimers met pensioen. Met gemengde gevoelens blikt hij terug. „We hebben de goede beslissingen genomen, maar in de toekomst moet het anders. Bij de bestrijding van veeziektes moeten we verantwoord met de schepping omgaan en daarom zo weinig mogelijk dieren doden.”

H. van den Berge
21 January 2004 09:53Gewijzigd op 14 November 2020 00:53
WILP - Als topadviseur van de minister van Landbouw was drs. F. Pluimers betrokken bij drie veeziektes. Met gemengde gevoelens blikt hij terug: „We moeten naar een systeem toe waarbij in geval van nood dieren kunnen worden gevaccineerd, maar waarbij ze ni
WILP - Als topadviseur van de minister van Landbouw was drs. F. Pluimers betrokken bij drie veeziektes. Met gemengde gevoelens blikt hij terug: „We moeten naar een systeem toe waarbij in geval van nood dieren kunnen worden gevaccineerd, maar waarbij ze ni

Van een rustig afbouwen van zijn carrière was bij Pluimers (62) geen sprake. De laatste zes jaren waren juist de enerverendste van zijn loopbaan, die hij in 1968 begon als dierenarts. De laatste periode werd gekenmerkt door drie ingrijpende dierziektes: varkenspest in 1997, mond- en klauwzeer in 2001 en vogelpest in 2003.

Pluimers bekleedde heel wat functies op het gebied van diergezondheid en vleeskeuring voordat hij in 1997 werd gevraagd om mede leiding te geven aan de bestrijding van de varkenspest. In 1999 werd Pluimers hoofd van de Veterinaire Dienst van het ministerie van Landbouw.

„Dat wilde ik graag doen. Al ruim tien jaar was ik in verschillende functies betrokken bij het verbeteren van de gezondheidsstatus van de Nederlandse veestapel. Dat was belangrijk voor onze grote export van vee en vlees. Als land moet je namelijk vrij zijn van ziektes als salmonella, koeiengriep (IBR) en Aujeszky bij varkens voordat je mag uitvoeren naar veeleisende landen, maar Nederland scoorde daarbij slechter dan andere belangrijke exportlanden als Denemarken en de Verenigde Staten.”

Op verschillende manieren werd geprobeerd dierziektes kwijt te raken. Zo kwamen er inentingsprogramma’s en scherpere maatregelen om de risico’s voor het verspreiden van ziekten te beperken. Ondanks de maatregelen brak in 1997 in het varkensdichte Brabant onverwacht massaal varkenspest uit, waardoor miljoenen dieren moesten worden geruimd. „Een belangrijke reden voor de verspreiding van de erg besmettelijke ziekte was juist dat de bedrijven te veel contact met elkaar hadden.”

Nederland had van de varkenspest geleerd. Toen begin 2001 in Engeland mond- en klauwzeer uitbrak, werden direct harde maatregelen genomen. Veemarkten en -transporten werden aan banden gelegd en de invoer van Brits vee en vlees werd verboden. Desondanks kwam de ziekte toch „via een omweg” binnen.

Over de bestrijding van het mkz-virus is Pluimers tevreden. „Het draaiboek werkte goed. Binnen een maand waren er vooral door de uitgebreide vaccinatie van vee in de driehoek tussen Apeldoorn, Deventer en Zwolle geen uitbraken meer. De ellende begon pas daarna.”

Er brak een ingrijpende maatschappelijke discussie los over de vraag wat er met de ingeënte koeien, varkens, schapen en geiten moest gebeuren. Mochten zij blijven leven of moesten ze worden geruimd? De dieren mankeerden niets, maar als zij bleven leven zou er een jaar lang een exportverbod voor vee en veeproducten van kracht blijven.

Pluimers adviseerde toenmalig minister Brinkhorst van Landbouw te ruimen. „Als de gevaccineerde dieren bleven leven, zou dat niet alleen voor het getroffen gebied, maar voor heel Nederland zeer ingrijpende economische gevolgen hebben.” De bewindsman nam het advies van de topambtenaar over en na een week bedenktijd stemden ook de landbouworganisaties -ondanks massaal protest van de veehouders in het getroffen gebied- in met de ingrijpende maatregel.

De heftige discussie ging ook Pluimers niet in de koude kleren zitten. „Ik woon in Wilp, een dorpje net ten zuiden van Deventer. „Ik zag van nabij welke emoties de discussie losmaakte. Maar we hadden geen keus. We hebben de juiste beslissingen genomen, maar wel was duidelijk dat het in de toekomst anders moest.”

Ook gezien zijn geloofsovertuiging vindt Pluimers het massaal ruimen van gezonde dieren moeilijk te accepteren. „Ik ben Nederlands hervormd en vindt dat we verantwoord met de schepping moeten omgaan. Daarom moeten we bij de bestrijding van veeziektes zo weinig mogelijk dieren doden. We moeten naar een systeem toe waarbij in geval van nood dieren kunnen worden gevaccineerd, maar waarbij ze niet hoeven te worden gedood.”

Na de mkz-crisis was Nederland een van de initiatiefnemers om het Europese vaccinatiebeleid te veranderen. Tijdens een groot congres in Brussel eind 2001 werden „gelukkig” de eerste stappen gezet om het beleid aan te passen. Pluimers beschouwt die bijeenkomst als een van de hoogtepunten in zijn loopbaan. „Maar we zijn er nog niet.”

Vorig jaar werd Nederland opnieuw door een veeziekte getroffen, namelijk vogelpest. De snelle verspreiding van het virus verraste het ministerie. „Er kon niet snel genoeg worden opgetreden door gebrek aan dodingscapaciteit. Dat hebben we duidelijk onderschat.”

Ondanks de vaak hevige kritiek op de verspreiding van de veeziektes vindt Pluimers niet dat het ministerie enige blaam treft. „In eigen land lagen we zeer regelmatig onder vuur, maar in het buitenland kregen we juist lof voor onze effectieve bestrijding. We hebben de belangrijkste maatregelen genomen. De tijd zal leren of het voldoende is. Belangrijk is echter wel dat er verder wordt gewerkt aan het verkleinen van de risico’s. Dat uitgangspunt moet bij alle betrokkenen in de veehouderij beter tussen de oren komen te zitten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer