Het koopkrachtplaatje is echter niet compleet. De bijzondere bijstand is niet meegenomen in de berekeningen.

Het Nibud en de ouderenbonden komen tot de conclusie dat „de urenlange debatten in de Tweede Kamer in november en december over de koopkracht van minima en van mensen die zorg nodig hebben, weinig hebben opgeleverd.” Dat hebben zij dinsdag laten weten.

Een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken wijst er echter op dat de 80 miljoen euro die het kabinet extra uittrekt voor de bijzondere bijstand niet is meegenomen in de berekeningen. Het ministerie kan niet zeggen hoeveel dat in koopkracht scheelt. Volgens een woordvoerster van het Nibud blijft het netto-effect van de veranderingen in de bijstand negatief voor de ouderen.

T. Heerts, FNV-bestuurder sociale zekerheid, heeft er geen vertrouwen in dat de 80 miljoen euro bij de juiste mensen terechtkomt. „Dat is heel lastig individueel uit te rekenen.”

De 65-plussers gaan er volgens de ouderenorganisaties vooral op achteruit door de stijging van de zorgkosten. Zo zijn de eigen bijdragen voor de ziektekosten verhoogd en vergoeden de ziekenfondsen niet langer zaken zoals fysiotherapie.

Voor mensen ouder dan 65 jaar die niet ziek zijn, ligt de koopkrachtverandering tussen de -0,7 en de +0,2 procent. „Hiervan neemt bij de lagere inkomens de daling in de huursubsidie 0,5 procent van het koopkrachtverlies voor haar rekening. Gemiddeld gaan echtparen er minder op achteruit dan alleenstaanden”, aldus het Nibud.

De ouderenorganisaties roepen 65-plussers ertoe op zo veel mogelijk gebruik te maken van alle regelingen voor tegemoetkomingen van de overheid. „Bekend is dat veel ouderen de kansen om hun inkomenspositie te verbeteren, niet benutten.” Ook raden de organisaties ouderen aan een goede aanvullende ziektekostenverzekering af te sluiten.