Rechter zet weer streep door drugsbeleid
AMSTERDAM. Opnieuw kraakt een rechtbank een kritische noot over het Nederlandse gedoogbeleid, blijkt uit berichtgeving gisteren van het Parool.
De Amsterdamse rechtbank besloot vorige week coffeeshop Superfly in Hoofddorp geen straf op te leggen voor het op voorraad hebben van honderd kilo softdrugs, al wordt hij wel schuldig verklaard. Volgens het Nederlandse gedoogbeleid mag een coffeeshop maar 500 gram softdrugs in voorraad hebben.
In het vonnis veegt de rechtbank de vloer aan met het gedoogbeleid. Enerzijds mag een coffeeshop (aan de voordeur) ongestraft wiet verkopen, anderzijds is de inkoop (aan de achterdeur) verboden. De rechter spreekt van een „merkwaardige en paradoxale” situatie. Voor een „behoorlijke bedrijfsvoering” moet de coffeeshop meer dan 500 gram softdrugs op voorraad hebben, stelt de rechtbank.
Een Amsterdamse persrechter stelde gisteren in het Parool: „De rechtbank zegt inderdaad tegen de wetgever: „Wat willen we nu eigenlijk met dit softdrugsbeleid? Dit lost niks op.” Een coffeeshop doet het goed, houdt zich aan alle regels, en het mág ook nog eens van de overheid. Moeten wij dan straffen gaan opleggen omdat het aan de achterdeur niet goed geregeld is?”
Juist ook vorige week donderdag had de rechtbank Noord-Nederland eveneens kritiek op het softdrugsbeleid. Die rechtbank besloot twee ‘nette’ (belasting betalende) wiettelers die hun bedrijfsmatig geteelde cannabis aan twee coffeeshops leverden, ook niet te bestraffen. In beide zaken is het openbaar ministerie in hoger beroep gegaan.
Bestuurders en politici worstelen met het softdrugsbeleid. Tientallen stadsbestuurders, onder aanvoering van de Heerlense burgemeester Depla, pleitten onlangs voor regulering van wietteelt, om onder meer gevaren voor de volksgezondheid in te dammen. Een honderdtal CDA-lijsttrekkers echter vindt regulering „volstrekt verkeerd” en wil de strijd tegen softdrugs opvoeren.