Budding toog ervoor naar het orgel van Verschueren (1947/1987/2012) in de Heilige Bartholomeuskerk te Zevenbergen en dat van Seifert (1993) in de Propsteikirche St.-Gangolf in het Duitse Heinsberg. Het geselecteerde repertoire is deze relatief onbekende instrumenten, hoe verschillend ze ook zijn, op het lijf geschreven. De klank van het orgel in Zevenbergen spreekt mij meer aan die van dat in Heinsberg. Maar smaken verschillen.

De cd opent met Langlais’ spetterende ”Incantation pour un jour Saint” en wordt afgesloten met zijn ”Mors et resurrectio”, dat gekenmerkt wordt door een fraaie opbouw van grondstemmen tot en met het tutti. Het klank­idioom van Langlais is niet zo van uitersten als dat van Litaize. Litaize pendelt van een neoklassieke stijl (Pièce en trio) via grillige virtuoze expansies (Prelude et danse fuguée) tot een expressieve, moderne muzikale taal met dissonanten en clusters (”Arches”). Werkelijk overweldigend kon hij in die laatste stijl ook improviseren, zoals aan het eind van zijn concert destijds in de Rotterdamse Laurenskerk. Onvergetelijk! Maar Litaize is ook de man van een smeltend mooi ‘lied’ in zijn ”Douze pièces pour grand orgue”.

Budding excelleert met drie delen uit het ”Livre Oecuménique pour orgue” van Langlais, die hij buitengewoon kleurrijk neerzet. De speelman is een talent, gezien de hoge ogen die hij gooide op verschillende binnen- en buitenlandse orgelconcoursen.

Arches – Oeuvres Choisies Pour Orgue – Gaston Litaize, Jean Langlais; Gerben Budding, orgel; VDGRAM Records (20140530); € 15,-; www.gerbenbudding.nl