Van 2015 tot 2017 stelt ze daar jaarlijks 500.000 euro voor beschikbaar, zo liet ze de Tweede Kamer donderdag weten. Schippers gaat er wel van uit dat de bij dergelijke onderzoeken betrokken beroepsorganisaties samen afspraken maken over het te volgen onderzoeksprotocol.

Het gaat onder meer over de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) en het Forensisch Medisch Genootschap (FMG).

Sinds 2012 zijn artsen verplicht nader onderzoek te laten doen wanneer een minderjarig kind overlijdt en de doodsoorzaak niet meteen valt aan te geven. Op die manier kan kindermishandeling met dodelijke afloop alsnog worden opgespoord. Bij de eerste veertig onderzochte sterfgevallen speelde kindermishandeling echter geen rol, bleek in 2013. Twee sterfgevallen bleven medisch onverklaarbaar, bij de overige kon alsnog een verklaring worden afgegeven van een natuurlijke dood.

De overheid begon daarop te twijfelen aan de meerwaarde van de meer dan 1 miljoen euro kostende regeling. De twee landelijke onderzoekscentra noemden de procedure niet werkbaar, te arbeidsintensief en te emotioneel belastend. Begin dit jaar werd het verplicht aanvullend onderzoek afgeschaft. Wel wilden de betrokken artsen de mogelijkheid van aanvullend onderzoek voor uitzonderlijke situaties behouden, om ouders niet nodeloos in onzekerheid te laten. Aan die wens komt Schippers nu tegemoet.