Voor een liter Euro95 rekenen oliemaatschappijen als BP, Esso en Shell nu nog zo’n 1,77 euro. Voor diesel ligt het gemiddelde nu op 1,44 euro per liter. Daarmee moeten consumenten bijna evenveel betalen als enkele maanden terug. Dit terwijl de prijs van een vat ruwe olie deze week de laagste stand in jaren bereikte.

Oliemaatschappijen kampen nu nog met grote voorraden die zijn aangeschaft toen de olieprijs nog hoger lag. Die zullen zij volgens de marktdeskundige niet zomaar tegen een lagere prijs van de hand doen.

Een andere reden waarom consumenten nog maar weinig van de koersdalingen van ruwe olie hebben gemerkt, is de ongunstige wisselkoers. „Ruwe olie wordt betaald in dollars, terwijl wij aan de pomp betalen in euro’s. Sinds de zomer is de waarde van de euro ten opzichte van de dollar fors gedaald”, zegt Van Selms. „Daardoor is ruwe olie in Europa dus nog altijd relatief duur.”

Het effect van de dalende olieprijs wordt verder gedempt door de belastingen op autobrandstof. In Nederland bestaat ongeveer twee derde van de benzineprijs en de helft van de dieselprijs uit accijns en belasting. Dat zorgt ervoor dat schommelingen in de prijs van ruwe olie nooit in diezelfde mate kunnen doorwerken in de prijzen aan de pomp.

De olieprijs neemt al sinds juni af. Het aanbod aan olie is relatief groot, terwijl de vraag door de zwakke economische groei veel minder sterk stijgt dan voorheen.