Politiek

Steeds minder ruimte voor omroepen

DEN HAAG. Staatssecretaris Dekker (Mediazaken) haalt de bezem door Hilversum. De omroepen krijgen minder vrijheid en minder zendtijd. Aan een verzuild stelsel heeft de liberale bewindsman geen behoefte.

14 October 2014 11:48Gewijzigd op 15 November 2020 13:35
Staatssecretaris Dekker presenteert in Amsterdam zijn plannen voor een vernieuwde publieke omroep. beeld ANP
Staatssecretaris Dekker presenteert in Amsterdam zijn plannen voor een vernieuwde publieke omroep. beeld ANP

Dekker presenteerde gisteren in Amsterdam zijn toekomstplannen voor de publieke omroep. Hij wil minder amusement op NPO1, NPO2 en NPO3. Dat is in zijn ogen meer een taak van de commerciële zenders. In de toekomst moeten kijkers van de publieke omroep meer informatie, educatie en cultuur voorgeschoteld krijgen. „Voor ieder programma moet duidelijk zijn waarom daar belastinggeld in is gestoken”, zo stelde de staatssecretaris gisteren.

Rigoureuzer is het voornemen van de bewindsman om de deur open te zetten voor buitenstaanders. Nu mogen acht grote omroepverenigingen en enkele kleinere gemachtigden de zendtijd vullen. Met ingang van 
1 januari 2016 wil Dekker de deur openzetten voor buitenstaanders. De bestaande zenders raken hun monopolie op het maken van programma’s kwijt. Creatieve jonge makers, maar ook maatschappelijke en culturele instellingen krijgen rechtstreeks toegang tot de publieke omroep. Zij kunnen volgens de staatssecretaris „betere, veelzijdige en meer vernieuwende programma’s” maken. Van het totale budget voor de publieke omroep komt maximaal 50 procent beschikbaar voor de nieuwkomers.

Macht gebroken

De voorstellen van Dekker passen in de trend die de afgelopen jaren is ingezet om de publieke omroep te centraliseren en afzonderlijke omroepverenigingen langzaam maar zeker te ontmantelen.

Tot de jaren tachtig waren de afzonderlijke omroepen heer en meester over de programma’s die ze maakten. Door de komst van de commerciële zenders kwam er meer concurrentie. De politiek ergerde zich in de tijd meer en meer aan de verzuilde structuur van de omroepen.

In 2000 voerde de regering de zogenoemde netprofilering door: Nederland 1 werd verdiepend, cultureel en mensgericht, Nederland 2 toegankelijk met sport en jongeren-tv en Nederland 3 cultureel-progressief en maatschappijgericht.

In 2006 verloren de omroepen het vaste televisienet waarop ze altijd uitzonden. Een strakkere profilering van de netten zou goed zijn om de reclame-inkomsten op peil te houden.

Nog weer later ging de bezem door het aantal omroepen. Eerst waren er 21, nu nog 8: AVROTROS, BNN-VARA, KRO-NCRV, EO, VPRO, Max, NOS en NTR.

Sinds deze zomer worden alle televisieprogramma’s gemaakt onder de vlag van het overkoepelende beeldmerk van de NPO, de Nederlandse Publieke Omroep.

Greep verstevigd

Zo is de afgelopen jaren de greep van de NPO op de afzonderlijke omroepverenigingen vergroot. Vroeger bepaalden de omroepverenigingen in grote lijnen zelf wanneer ze welk programma uitzonden, nu bepaalt de NPO dat. Dekker zet deze centraliseringstrend voort. Sommige taken van de acht losse omroepen zullen worden overgedragen aan de NPO, die een gezamenlijke koers zal bepalen.

Ook de regionale omroepen ontlopen de centralisering niet. In het verleden is de verantwoordelijkheid voor hen al overgegaan van de provincies naar het Rijk. Onderling moeten de regionale omroepen intensiever gaan samenwerken op technisch en administratief gebied. De staatssecretaris wil de greep verder verstevigen door ‘vensters’ met regionaal nieuws in te stellen op de landelijke zenders, bijvoorbeeld na het NOS-journaal.

Vermolmd

De conclusie kan niet anders zijn dat de overheid de afzonderlijke omroepverenigingen, die uit de tijd van de verzuiling stammen, stapje voor stapje steeds minder ruimte wil geven.

Dat is een beproefde strategie in het Haagse. Het is vaak lastig om grote veranderingen ineens door te voeren, daarom gebeurt het geleidelijk. Sommigen noemden dat strategie. Anderen salamitactiek, namelijk op min of meer slinkse wijze stapje voor stapje toewerken naar het doel dat je wilt bereiken.

Als vertegenwoordiger van de regering zal de liberaal Dekker dat laatste nooit erkennen. Maar wat er in het liberale hart leeft als het gaat om omroepverenigingen, liet de woordvoerder van de VVD, Elias, gisteren duidelijk merken in zijn reactie op de plannen die zijn partijgenoot presenteerde. Volgens Elias is het „hoog tijd voor het openbreken van het verzuilde en vermolmde omroepbestel. Voor het eerst sinds jaren gaat de discussie over de inhoud in plaats van over structuren, poppetjes en gevestigde belangen.”


Heftige reacties op plannen Dekker

Redactie politiek

DEN HAAG. De plannen van staatssecretaris Dekker voor het publieke omroepbestel roepen sterk verdeelde reacties op. De een is laaiend en de ander omarmt de plannen.

De heftigste reacties komen van de omroepverenigingen. Zij moeten mogelijk tot de helft van hun zendtijd inleveren ten gunste van nieuwkomers.

Omroep Max vindt de plannen een schoffering „De kijker is de dupe. Educatie, informatie, cultuur; de grachtengordel is daar misschien blij mee. Maar je zult zien dat hierdoor een heel klein gedeelte van de kijker nog in contact komt met de publieke omroep”, zegt directeur Slagter. Hij vindt dat „de politiek veel te dicht op de inhoud zit” en spreekt over „Berlusconiachtige toestanden.”

VPRO-directeur Van der Meulen is het op een aantal punten wel met Dekker eens, maar toch noemt hij de voornemens van de bewindsman „een frontale aanval.”

De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) is positief en vindt het „een historische stap” dat het bestel wordt opengesteld voor programmavoorstellen van derden. „Zo ontstaat er meer creatieve competitie die de kwaliteit van de programma’s ten goede komt”, aldus bestuursvoorzitter Hagoort.

Van de politieke partijen is de SP het meest afwijzend. Volgens Kamerlid Van Dijk weet Dekker „van geen ophouden om de publieke omroep af te breken.”

De regeringspartijen VVD en PvdA ondersteunen in grote lijnen de voornemens. Opvallend is dat ook het CDA positief is. Kamerlid Heerma denkt dat de staatssecretaris kiest voor een brede en pluriforme publieke omroep die in de Nederlandse traditie past.

De ChristenUnie vindt het prima als nieuwkomers ook programma’s mogen uitzenden, maar vindt „de liberale staatssecretaris te betuttelend” als hij indirect wil bepalen welke amusementsprogramma’s de omroepen wel en niet mogen uitzenden.

De SGP vindt het juist prima als sport en goedkoop amusement van de publieke omroep verdwijnen. Punt van zorg voor de SGP is wel wie de „externen” zijn die een deel van de zendtijd opvullen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer