Dokter Kolff: ook verzetsman
Dokter Willem Kolff redde niet alleen veel mensenlevens omdat hij de kunstnier ontwikkelde, een hart-longmachine en het kunsthart. Kolff speelde tijdens de Tweede Wereldoorlog ook een belangrijke rol in het verzet tegen de Duitsers. Hij hield honderden Nederlanders uit de tewerkstelling van de bezetter.
Kolff was heel creatief in zijn verzetswerk, blijkt uit de biografie ”Dokter Kolff, kunstenaar in hart en nieren” van journalist Herman Broers. Het boek wordt dinsdag, in aanwezigheid van de inmiddels 92-jarige hoofdpersoon, gepresenteerd in museum Boerhaave in Leiden.
Kolff was tijdens de oorlog internist in Kampen. Hij kreeg de Duitsers zover dat hij met andere Nederlandse artsen de zieke gevangenen mocht onderzoeken die per rijnaak op transport waren gesteld naar Duitsland en een tussenstop maakten in Kampen. Zij loodsten in totaal 1200 gezonde mensen naar noodhospitalen, omdat zij zogenaamd griep hadden, aan zenuwtoevallen of andere kwalen leden waardoor zij niet verder konden. Ruim 800 ontsnapten er uiteindelijk aan de Duitsers.
Geen kans bleef onbenut om de Duitsers Nederlandse werkkrachten te onthouden. Een ingenieur die weigerde in de Noordoostpolder sleuven te graven en bang was doodgeschoten te worden, kreeg van Kolff picrinezuur toegediend, zodat hij een gele huidskleur kreeg. ’Geelzucht’ redde de man het leven.
Bij de aanvoerder van het verzet in Kampen, Jo Oudshoorn, fingeerde Kolff een maagbloeding. Hij nam Oudshoorn een liter bloed af en gaf hem een middeltje waardoor zijn ontlasting pikzwart werd. De diagnose werd gesteld: bloedarmoede en zwarte ontlasting, dat moet een maagbloeding zijn. Oudshoorn lag een tijdje in het ziekenhuis tot het gevaar geweken was.
Kolff werkte in Kampen van 1941 tot 1950. Toen emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar hij nog altijd woont.