Predikant Haaksbergen: Ik wil tegenover de chaos het Evangelie zetten
Haaksbergen rouwt. Het ongeval met de monstertruck zondag, waarbij drie doden en tientallen gewonden vielen, raakt het Twentse dorp tot op het bot. Ds. N. J. Pronk (1953), predikant van de plaatselijke hervormde gemeente, spreekt morgen tijdens een oecumenische herdenkingsdienst.
toen
Toen zondag de monstertruck in Haaksbergen op het publiek inreed, zat ik in de tuin van de pastorie een boek over de Eerste Wereldoorlog te lezen. Ik hoorde sirenes afgaan en keek op de computer waar iets aan de hand was. Het betrof een locatie in het centrum van Haaksbergen. Ik wist dat daar een stuntshow werd gehouden.
Ik ging er meteen op de fiets naartoe. Op het plein waar het ongeval was gebeurd, hadden hulpverleners de slachtoffers intussen afgeschermd. Ik hoorde dat een auto de menigte in was gereden. Bij omstanders zat de schrik erin. Ik ben terug naar huis gefietst. Op dat plein kon ik op dat moment niets doen.
Toen ik weer thuis was, had ik contact met de voorzitster van onze kerkenraad. We besloten meteen om de hervormde kerk open te stellen. Om zo betrokkenen bij dit ongeval opvang te bieden.
Ik sprak ook met pastoor André Monninkhof uit Enschede, die betrokken is bij de parochie in Haaksbergen. We besloten als plaatselijke kerken samen op te trekken. Ook de rooms-katholieke Pancratiuskerk in Haaksbergen opende na het ongeval de deuren. In Haaksbergen is de rooms-katholieke kerk veruit de grootste, met rond de 12.000 ingeschreven leden.
Onze hervormde gemeente telt 1300 ingeschreven leden. Op een goede zondag komen er tijdens onze enige dienst, om 10 uur, zo’n zestig tot honderd mensen. Voor een kerkelijke activiteit kunnen we zo een beroep doen op 150 tot 200 vrijwilligers. De hervormde gemeente is van oorsprong vrijzinnig. Maar naast vrijzinnigen maken inmiddels, door import van elders, ook mensen van een andere denominatie deel uit van de gemeente. Wij werken samen met de gereformeerde kerk in Haaksbergen, die enkele honderden leden telt. We zijn nog niet gefuseerd.
Bij ons in de kerk kwamen afgelopen zondagavond rond de vijftien mensen. Onder wie hulpverleners. Ze konden een kaarsje aansteken. Soms vertelden ze kort wat ze hadden meegemaakt. Mensen hebben zeer aangrijpende dingen gezien. Ze wilden in de kerk vooral even stil zijn.
nu
Het was voor mij een hectische week. Zo was ik betrokken bij de organisatie van de stille tocht, die gisteravond in Haaksbergen is gehouden en waar zo’n 3000 tot 5000 mensen werden verwacht. De pers belde vele malen. Haaksbergen is in shock, zeker. Iedere inwoner kent wel een van de slachtoffers van het ongeval.
Maandagavond was ik bij de besloten bijeenkomst vanwege het ongeval met de monstertruck. Het was een indrukwekkende, aangrijpende bijeenkomst. Er waren vele tranen. Ik heb deze week van verschillende kanten gehoord welke angsten mensen hebben doorstaan. Ze zagen dat monster met die grote banden op zich afkomen. Ze moesten een noodsprong maken.
Er heerst in Haaksbergen niet alleen verdriet, maar ook ontzetting en woede. Hoe heeft dit ongeval kunnen gebeuren? Ik ben verbaasd dat zo’n stuntshow plaatsvindt op een pleintje naast een supermarkt in het centrum van Haaksbergen. Ik laat me niet uit over de schuldvraag. Daar ga ik niet over. Het oordeel is aan het openbaar ministerie en de Onderzoeksraad voor Veiligheid.
Bij alle ellende en verdriet zie je in Haaksbergen saamhorigheid. Het dorpse karakter in de goede zin van het woord. Hier is nog het noaberschap, de burenhulp.
De hulp die mensen elkaar bieden, is hartverwarmend. Zo was ik getroffen door een artikel in de krant TC Tubantia over een vrouw die met een stervende vrouw meeging in de ambulance en tot het eind bij haar bleef.
straks
Morgenavond hoop ik tijdens een oecumenische gebedsdienst hier in de rooms-katholieke Pancratiuskerk de overweging te verzorgen. De dienst is georganiseerd door de lokale kerken. Ik wil de boosheid, verslagenheid en angst onder woorden brengen. Daartegenover wil ik het Evangelie zetten. De chaos heeft niet het laatste woord. In al de chaos die over ons is heengekomen, mag toch iets van licht schijnen. Om het in reformatorische termen te zeggen: door de opstanding van Christus mogen we geloof hebben in de toekomst.
Of ik de afgelopen dagen troost uit de Bijbel kon bieden? Ik heb, zeker tegenover mensen buiten onze kerkelijke gemeente, vooral een luisterend oor geboden. Zodat ik hun last wat kon verlichten. Ik heb hen niet direct met het Evangelie geconfronteerd. Dat is iets voor een later stadium.
Ik heb zeker nagedacht over de vraag waar God is in zo’n drama. Ik verlaat me dan niet zozeer op zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus, waar het gaat over de voorzienigheid van God. Laat ik helder zijn: ik acht God niet verantwoordelijk voor het drama in Haaksbergen. In onze samenleving en in de schepping gebeurt veel wat theoloog Karl Barth „das Nichtige” noemt. Het niets. Het drama in Haaksbergen heeft met de antimacht te maken. Datgene wat God niet heeft bedoeld. Zo’n antimacht was de farao in Egypte, de tegenstrever van Mozes.
Ik kan me levendig voorstellen dat mensen uit reformatorische kring principiële bezwaren hebben tegen een stuntevenement op zondag. Maar hier in het overwegend rooms-katholieke Haaksbergen kijken ze anders naar de zondagsheiliging. Zelf zal ik op zondag dit soort evenementen niet bezoeken. Ik houd sowieso niet van razende motoren.
Ik heb grote vragen bij de tendens dat er steeds grotere risico’s worden genomen om mensen te vermaken. Blijkbaar is de behoefte aan steeds meer sensatie niet te remmen en is ontspanning in bijvoorbeeld de natuur voor mensen niet genoeg.