„Mijn broer is vermoord, maar wij willen geen vergelding”
Wij zijn als Bijbelvertalers werkzaam in Papoea-Nieuw-Guinea, uitgezonden om te helpen Gods Woord beschikbaar te maken voor de vele stammen in dit land. Onlangs hoorden we tijdens de koffie een indrukwekkend verhaal van onze huishoudelijke hulp (hausmeri).
Ze is een gelovige vrouw die veel gehuild en gebeden heeft om de bekering van haar man. Vorig jaar is haar man tot geloof gekomen en zijn ze beiden gedoopt. Vervolgens kwamen er echter conflicten in het dorp waar ze woonden. De aanleiding was een discussie over grondbezit en het resultaat was onder meer dat de woonhut van onze hausmeri in vlammen opging. En wat nog erger was: daarbij werd ook haar jongere broer vermoord.
Ik moest denken aan die orthodoxe discipel die het in theorie zo goed wist en aan de Heere Jezus vroeg: Hoe vaak moet ik de zonden van mijn broeder tegen mij vergeven? Heel orthodox meende hij het antwoord al te weten: Zeven keer? Maar zijn Meester beschaamde hem met Zijn antwoord: Zelfs als je broeder 490 keer tegen je zondigt, zou je hem nog moeten vergeven! En elders: Hebt uw vijanden lief. En weer ergens anders: Zegent hen die u vervloeken en vervolgen.
Het is orthodox om deze woorden na te zeggen. En zolang we geen vijanden hebben, valt dat ons wellicht ook best gemakkelijk. Maar hoe moeilijk wordt het als puntje bij paaltje komt? Wie durft dan zo orthodox te zijn om onze hausmeri en haar man te manen tot vergevingsgezindheid? Behalve dat dit wellicht weinig pastoraal zou zijn, wat zouden wij doen in zo’n situatie? Zouden wij deze liefde voor vijanden kunnen opbrengen als ons iets vreselijks zou worden aangedaan? Kúnnen we dan nog steeds de woorden van de Heere Jezus nazeggen? Of zou onze orthodoxie smelten als sneeuw voor de zon?
De familie die de broer van onze hausmeri heeft vermoord, is gevlucht. Uit angst voor wraak. Niet zonder reden, want in veel stammen is het niet ongebruikelijk om de ene moord te compenseren met een nieuwe moord om zo de verstoorde verhoudingen weer in evenwicht te brengen. Maar ondanks dit gebruik bracht onze hausmeri haar orthodoxie in de praktijk. Ze zei: „Ik ben een volgeling van Christus, ik wil vrede, ik wil blij zijn. Mijn broer is vermoord, dat kunnen we helaas niet meer terugdraaien. Maar wij willen geen vergelding omdat Jezus dat verbiedt. Het verschrikkelijke is gebeurd, maar we moeten onze blik richten op wat voor ons ligt.”
Het aangrijpende verhaal van deze vrouw drukte me met de neus op de feiten: écht orthodox zijn in de praktijk van het dagelijkse leven is moeilijk. Het kan alleen als we van genade leven en betekent niets minder dan op Christus zien en jezelf verloochenen.
Michel Pauw woont met zijn vrouw Erna en hun drie kinderen in Papoea-Nieuw-Guinea. Hij werkt als vertaaladviseur voor Wycliffe Bijbelvertalers en is als docent betrokken bij de opleiding van Papoea-Nieuw-Guineese Bijbelvertalers. Klik hier voor zijn weblog.