Hij sprak tegen dat het kabinet de rekening over de schutting gooit naar toekomstige kabinetten, zoals oppositiepartij CDA hem verwijt. De missie kost 150 miljoen euro en wordt voor een groot deel betaald uit begrotingen van de jaren 2017 tot en met 2019. Daar is volgens Timmermans niets verkeerds aan, al is hij het met de Kamer eens dat deze methode de financiële ruimte beperkt om de komende jaren iets te doen „als je wordt uitgedaagd”.

De regeringspartijen VVD en PvdA drongen in het debat aan op een structurele oplossing voor de financiering van militaire missies. Volgens de liberalen is nu sprake van een „ordinaire kasschuif”, volgens de sociaaldemocraten is de Irak-missie „feitelijk op de pof”. Soortgelijke geluiden klonken ook bij de oppositie. Sjoerd Sjoerdsma van D66 sprak van „houtje-touwtjefinanciering”.

Omdat het „ontzettend onzeker in de wereld” blijft, is het volgens Timmermans goed om na te denken hoe het kabinet op de langere termijn rekening kan houden met die onzekerheid bij de manier waarop begrotingen worden gemaakt voor uitgaven aan internationale kwesties. Flexibiliteit is nodig om te kunnen inspelen op ontwikkelingen, aldus de minister.