Kerk & religie

Vreest God!

Prediker 12:1

Jacobus Fruytier
2 October 2014 09:33Gewijzigd op 15 November 2020 13:18

„En gedenkt aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve.”

Vertoon door uw wandel altijd die inwendige eerbied die u voor uw Maker in uw hart hebt. De hemelingen vertonen hun achting voor God door gedurig uit te roepen: „Gij Heere zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid en eer, en de kracht, want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn ze geschapen” (Openbaring 4:11).

Draagt uzelf aan Hem op, met verloochening van eigen wil en zinnelijkheid, om Zijn raad te dienen en Zijn wil te doen. Geef Hem uw hart en roep door uw daden uit: „Och, Heere! zekerlijk ik ben Uw knecht, ik ben Uw knecht” (Psalm 116:16). En: „Ik ben geheel de Uwe” (Psalm 119:94).

Dien Hem met vrees, en verheug u met beving. Toon zo dat uw hart verenigd is tot de vrees van Gods Naam. Ja, wees elke dag in de vrees des Heeren. Heb Hem lief met uw gehele hart en laat door uw hartelijke liefde zien dat uw vrees een kinderlijke vrees is. Wees altijd begerig –hetzij uitwonende hetzij inwonende– om Hem welbehaaglijk te zijn. Vertrouw en wacht op de Heere, en houd Zijn weg.

Beveelt dus uw ziel aan God als de getrouwe Schepper met weldoen (1 Petrus 4:19). Dit alles drukt nu Salomo niet zonder redenen uit, door dit woord „gedenkt.”

Jacobus Fruytier, 
predikant te Rotterdam

(”Salomo’s raad aan de jeugd”, 1724)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer