Directeur Statenbijbelmuseum zoekt opvolger
Het Statenbijbelmuseum in Leerdam staat aan de vooravond van een ingrijpende verandering. De oprichter van het museum, verzamelaar van de omvangrijke collectie en eigenaar van het museumpand, Wim van ’t Zelfde, is op zoek naar een opvolger.
Van ’t Zelfde, oud-directeur van een buizenfabriek, nam zijn besluit om persoonlijke redenen. „Ik ben 70 jaar en wil het wat rustiger aan doen. Bovendien is de gezondheid van mijn vrouw de afgelopen tijd achteruitgegaan. Daarom wordt het tijd een opvolger te zoeken. Al gaat me dat bijzonder aan het hart. Dit is mijn levenswerk.”
Zijn eerste aankoop deed hij toen hij een jaar of 14 was. „Ik snuffelde op een rommelmarkt in Rotterdam. Het had die dag geregend en toen ik bij een kraampje met boeken kwam, brak net de zon door. Die scheen op een oude Statenbijbel. Het verweerde leer, de koperen sloten, ik vond het prachtig. De koopman vroeg er 10 gulden voor. Ik verdiende destijds 20 gulden per week, dus dat was een half weekloon. Ik bood 5 gulden en toen die koopman dat niet accepteerde liep ik weg. Hij kwam me achterna en ging alsnog akkoord. Het bleek een zeldzaam exemplaar uit 1641.”
Van ’t Zelfde kreeg de smaak te pakken en begon met verzamelen. „Algauw bleek dat ik feeling had voor het restaureren van Bijbels. Daardoor durfde ik exemplaren te kopen die anderen lieten liggen. Die Bijbels trokken me; het idee dat ze honderden jaren oud waren, de verhalen die erachter zaten en het feit dat hele generaties zo’n boek gelezen hadden, ik vond het fascinerend. In het begin beperkte zich dat tot de buitenkant; later werd ik ook gegrepen door de binnenkant. Want de Bijbel is in de eerste plaats Gods Woord.”
In de loop der jaren ontstond er een verzameling van zo’n 400 Bijbels. „Ze stonden in dozen en kisten door het hele huis. Op zolder, in de slaapkamer en bij onze kinderen, buren en kennissen. Op een dag kreeg ik bezoek van iemand van een historische kring. Die zei streng: „U heeft een unieke collectie, dit is religieus-cultureel erfgoed. Dat hoort u te delen met anderen.””
Van ’t Zelfde liet de gedachte bezinken, overlegde met zijn vrouw en ging in zijn toenmalige woonplaats Geldermalsen op zoek naar een onderkomen. Tevergeefs.
Met een aanbevelingsbrief van de burgemeester doorkruiste hij vervolgens de regio. „We arriveerden met een paar Albert Heijntassen vol Bijbels en etsen op het gemeentehuis in Leerdam. „Da’s interessant”, zeiden de ambtenaren. „Zéér interessant.””
Uiteindelijk viel het oog op een voormalig dierenasiel aan de Lingedijk, even buiten Leerdam. „Het stond al jaren leeg, de bomen groeiden door het dak en de ruiten waren ingegooid. Met de eigenaar werd ik het gauw eens en ook gemeente en provincie gaven toestemming. Het enige probleem was dat er misschien uilen en vleermuizen in huisden.” Nadat deze bewoners door een brand uit de ruïne waren gevlogen, ging de renovatie van start.
Grote waardering
Al snel na de opening in de zomer van 2009 bleek het museum een voltreffer. De waardering van de bezoekers is groot, met een gemiddelde beoordeling van 8,7. In 2010 won het museum de ”Dagje Weg Award”.
De enthousiaste eigenaar raakt dan ook niet uitgepraat over zijn verzameling. „Moet je deze Bijbel uit 1538 zien, een vertaling van de Lutherbijbel. Dat was gedurfd; de drukker, Jacob van Liesvelt, heeft het met de dood moeten bekopen. Deze is gedrukt in Emden, waar veel aanhangers van de ”nije leer” heen vluchtten. Het waren kleine Bijbels die je makkelijk het land in kon smokkelen. Een bakker verstopte er een in zijn brood en een boerin stopte zo’n Bijbel in een varkensblaas en kieperde hem in de waterput toen de Spanjaarden kwamen. Dit exemplaar komt uit Schildwolde in Groningen. Tijdens een verbouwing gevonden tussen de dakspanten en het riet; daar heeft de Bijbel eeuwen verstopt gezeten.”
Van ’t Zelfde legt zijn hand koesterend op een oude Statenbijbel. „Hoog tijd dat die er kwam. Door fantasie en misverstanden wemelden veel vertalingen van de fouten. De Statenvertaling kostte 75.000 gulden, een vermogen. Maar dat gaf niet, net in die tijd voer Piet Hein met zijn Zilvervloot binnen. Men zegt dat de Statenvertaling is betaald met het goud uit Spanje.”
Van ’t Zelfde eindigt zijn rondleiding bij de muizenbijbel. „Door ongedierte aangevreten.” Hij leest het gedichtje dat erbij zat: „„Wie zal ’t verstand der muis doorgronden, Die in de Bijbel heeft gevonden, Verzorging voor haar nageslacht. Veel zachter slapen kindermuizen, Die tussen de profeten huizen, Dan menig mens in menig nacht. En zie: een klein dier doet ons weten, Wat mensen zoo vaak zijn vergeten, Gods Woord behoedt het nageslacht.” Mooi hè.”
Hij overziet peinzend de collectie: „Hier moet ik van lieverlee afstand van doen.” Herpakt zich dan: „Ik hoop als vrijwilliger nog een paar jaar aan het museum verbonden te blijven. Dan is het mooi geweest.”
Vragen afkomstig uit de hele wereld
Het merendeel van de bezoekers van het Statenbijbelmuseum heeft een religieuze achtergrond, merkte Van ’t Zelfde. De anderen zijn geïnteresseerd in de invloed van de Bijbel op de Nederlandse taal en cultuur of hebben belangstelling voor de etsen en gravures in de oude Bijbels.
Die laatste groep komt zeker aan zijn trekken, want de Statenbijbelmuseumdirecteur specialiseerde zich in Bijbels met illustraties en landkaarten –al dan niet handgekleurd– uit de periode 1500 tot 1900.
Van ’t Zelfde: „Door de toenemende secularisatie in Nederland zijn steeds minder mensen bekend met de inhoud van de Bijbel. Ons museum wil die verhalen levend houden. Met de afbeeldingen en met een toelichting van de gidsen werkt dat prima.”
In de afgelopen jaren is het museum door de expertise van Van ’t Zelfde, zijn medebestuursleden en de vrijwilligers uitgegroeid tot een kenniscentrum dat wordt geraadpleegd door wetenschappers en particulieren uit binnen- en buitenland.
Van ’t Zelfde laat e-mails zien van een Engels museum dat een vraag heeft over een Bijbelgravure, een kunstgalerie met Russische fresco’s en een Australische hoogleraar met Nederlandse wortels die een beroep doen op zijn expertise. „Het is een uitdaging om die dingen uit te zoeken.”
De komende tijd wil Van ’t Zelfde en het bestuur van de Stichting Statenbijbelmuseum op zoek naar een vermogende Nederlander als beschermheer. Die kan ervoor zorgen dat de collectie „ongedeeld en publiek toegankelijk” blijft.
Van ’t Zelfde moet op zoek naar een andere woning. Het museum met de Bijbelcollectie, restauratieatelier, twee ruimtes van elk 90 vierkante meter, parkeerterrein en zijn woonhuis met grond worden binnenkort te koop aangeboden. „Het mooiste is als liefhebbers geïnteresseerd zijn in woning én museum. Maar beide objecten kunnen ook apart worden verkocht.”
Lees ook:
Bijbelmuseum verrast door DagjeWeg Award(Reformatorisch Dagblad, 02-09-2010)
Bijbelmuseum leert papierworm lesje (Reformatorisch Dagblad, 01-07-2009)
De sfeer van een oude Bijbel – interview met Wim van ’t Zelfde (Terdege, 24-06-2009)