Vijf jaar geëist voor opblazen woning
Officier van justitie A. van der Kragt heeft donderdag voor de rechtbank in Rotterdam een gevangenisstraf van vijf jaar geëist tegen de man die ervan verdacht wordt dat hij zijn eigen woning heeft opgeblazen.
De 22-jarige M. G. draaide op 27 juli vorig jaar volgens justitie met opzet een gasleiding los om een explosie te veroorzaken. De klap vaagde een compleet woonblok aan de Schiedamseweg Beneden weg.
Door de explosie raakten meer dan vijftig woningen zwaar beschadigd, maar vielen slechts drie gewonden. Voor justitie was het motief van de verdachte duidelijk. G. had een hoogoplopend conflict met zijn verhuurder en moest de woning verlaten wegens het niet betalen van de huur. Hij sloot bovendien met zijn 20-jarige vriendin T. S. vlak voor de explosie een inboedelverzekering af tegen een veel hoger bedrag dan de werkelijke waarde.
Beide verdachten hadden ook schulden, de man 10.000 euro en de vrouw 27.000 euro. Officier Van der Kragt vond desondanks het bewijs tegen S. te mager en vroeg voor haar vrijspraak.
Met haar vriend had zij minder clementie. „Hij heeft willens en wetens de explosie veroorzaakt. Het mag een wonder heten dat er geen doden zijn gevallen, maar verdachte nam wel het risico dat er slachtoffers zouden zijn.” De officier wees ook op de zeven eerdere veroordelingen van de verdachte, onder meer wegens oplichting en diefstal met geweld.
Uit technisch onderzoek is gebleken dat de gasleiding in de doucheruimte van zijn woning door menselijk handelen is losgedraaid. G. verliet het pand ongeveer anderhalf uur voor de explosie. Niemand anders had de sleutel. Volgens justitie had ook niemand anders een motief.
De officier vond het vreemd dat de verdachte uitgerekend zijn kersverse verzekeringspapieren bij vertrek had meegenomen én zich de dag na de explosie bij de verzekeraar meldde voor een voorschot. Ook vóór de klap zou de man zich opvallend hebben gedragen. Zo verklaarde hij tegen zijn buurman dat hij „zijn woning nog liever zou mollen of in de fik steken dan gedwongen zou verlaten.”
Bekenden van G. waren al bang dat hij iets raars zou doen. Een tante noemde hem „een wandelende tijdbom” die een probleem op dergelijke wijze zou oplossen. De vader van zijn vriendin noemde hem „een eersteklas oplichter die de indruk wekt in zijn eigen leugens te geloven.”
De man zelf ontkende de dader te zijn. „Ik ga toch het leven van anderen niet in gevaar brengen. Dan hoor je in het gekkenhuis.” Zijn advocaat vond dat niet onomstotelijk is bewezen dat hij de leiding heeft losgedraaid.
De uitspraak is op 29 januari.