Het gaat niet om een advies, maar om een opdracht, stelde de Commandant der Strijdkrachten, generaal Tom Middendorp, maandag. „Aan een richtlijn moet iedereen zich houden.”

Het gaat om een voorzorgsmaatregel vanwege een verhoogde dreiging door jihadstrijders, nu Nederland gaat meedoen aan de internationale militaire acties tegen Islamitische Staat (IS) in Irak. Over de maatregel ontstond vorige week commotie. „We moeten het niet groter maken dan het is”, zei de hoogste militair tijdens een briefing in de Tweede Kamer over de nieuwe militaire missie in Irak. „Het wordt een beetje opgeblazen.”, zei hij na afloop van de bijeenkomst.

Veel landen, zoals Groot-Brittannië en Frankrijk, treffen volgens Middendorp soortgelijke maatregelen of hebben dat al gedaan. Ook tijdens de Kosovo-missie in 1999, toen Nederlandse F-16’s luchtaanvallen uitvoerden boven voormalig Joegoslavië, en in de tijd na de terroristische aanslagen op 11 september 2001 in de Verenigde Staten konden Nederlandse militairen hun uniform beter niet in het openbaar dragen als dat niet noodzakelijk was.

De zogeheten beveiligingsautoriteit binnen Defensie, die zich baseert op informatie van de militaire inlichtingendienst MIVD en nauw contact heeft met de antiterreurdienst NCTV, heeft volgens de generaal een „indringend advies” uitgebracht om maatregelen te nemen om het personeel te beschermen. Dat advies is doorvertaald in richtlijnen voor alle medewerkers, aldus Middendorp. Zodra het verhoogde risico weer weg is, wordt de maatregel ingetrokken, zei hij.

Vicepremier Lodewijk Asscher zei vrijdag nog dat het niet om een verplichting ging, maar om een advies. Hij reageerde daarmee op het gedrag van sommige militairen die vinden dat ze juist nu wel hun uniform in het openbaar moeten dragen. „Ik begrijp dat heel goed en ik vind het ook een hele mooie emotie.”