De vorige keer dat er brand woedde –op 27 juni– was dat boven op de vuilstortberg. Vanaf de A1 leek het net alsof de vulkaan Vesuvius was uitgebarsten. De oorzaak van de branden is volgens manager Dick Rozendaal broei in het tijdelijk opgeslagen afval. Hij noemt als voorbeeld poetsdoeken van een autopoetsbedrijf. „Die kunnen gaan gloeien en een hele berg in de fik steken.” Materiaal dat broei kan veroorzaken hoort eigenlijk apart ingezameld te worden, maar dat gebeurt lang niet altijd, zegt de manager kwaliteit, arbo en milieu.

Ondertussen zijn diverse om-wonenden de branden bij Vink meer dan zat. Beheerder W. Cozijnsen van camping Costa del Zeumeren woont op zo’n 800 meter ten noorden van de berg afval. „Als klein kind ben ik bijna overleden door koolmonoxidevergiftiging. De angst daarvoor zorgt ervoor dat ik brand altijd als eerste ruik. Woensdagnacht werd ik om 0.30 uur wakker door een heel vieze brandlucht. De hond blafte keihard. Het bleek weer raak te zijn bij Vink.”

Afgelopen zomer heeft de campingbeheerder al twee keer eerder brand geconstateerd op de afvalberg. „Gasten komen in paniek naar ons toe. Zij willen niet in de stank te zitten. Want die blijft een hele poos hangen.”

Een bijkomend probleem is volgens Cozijnsen dat er bij een brand veel vliegen van de vuilstort wegvluchten. „Omdat de wind meestal onze kant op staat, komen ze dan met hele wolken naar ons toe. De laatste keer zag het in de vakantieverblijven en in ons huis zwart van de vliegen.”

Buurvrouw Overeem rook woensdagmorgen wel een brandlucht, maar had ’s nachts niets van de brand gemerkt. „De vorige keer wel. Toen moesten we de deuren en ramen dicht doen om de rook niet binnen te krijgen.”

Niet alleen bij Vink breekt er af en toe brand uit. Bij afvalverwerkingsbedrijf bij het Gelderse Wilp was het op 19 juli raak. Een dag later brak in Helmond brand uit in een berg afval.

Volgens Rozendaal is er te weinig capaciteit bij de vuilverbrandingsovens in Nederland omdat daar veel afval uit het buitenland wordt verbrand. „Daardoor moeten we afval tijdelijk opslaan. Bovendien is er momenteel een verbrandingsoven drie weken uit de running vanwege onderhoud.”

Directeur energie en reststoffen Michiel Timmerije van de afval- en energiecentrale AVR in Duiven en Rotterdam herkent het verhaal van Rozendaal absoluut niet. „Het afval van de gemeenten en bedrijven waar wij contracten mee hebben, kunnen we gewoon verwerken. Maar wie geen contract heeft en toch tussendoor afval kwijt wil, vist weleens achter het net.” Timmerije vergelijkt het met een klant bij de bakker. „Als je altijd aan het einde van de middag bij de bakker oud brood voor een spotprijsje wilt kopen, kan er een dag komen dat de bakker is uitverkocht. Dan heb je niets.”

„Het is een goed recht van bedrijven om afval op te slaan totdat er ruimte is bij de vuilverbrandingsoven”, zegt voorzitter Dick Hoogendoorn van de Vereniging Afval Bedrijven. „Een afvalverwerkingsbedrijf mag het materiaal één tot drie jaar opslaan. Maar dan heeft zo’n bedrijf er wel voor te zorgen dat de opslag van afval veilig en goed gebeurd. Bij brand moet het niet met een beschuldigende vinger naar verbrandingsovens gaan wijzen. Ik heb zelf ook een afvalverwerkingsbedrijf dus ik weet hoe het werkt.”

Hoogendoorn zegt dat Vink strengere acceptatiecriteria kan invoeren. „Het bedrijf mag criteria stellen aan het afval dat wordt aangeboden. En als er poetsdoeken of iets dergelijks tussen het afval zitten, moet hij de aanbieder daarop aanspreken.”

Volgens manager Wim van de Beek doet Vink dat ook. „We geven duidelijk aan wat er in de containers mag. Het wordt regelmatig gecontroleerd.” De branden zijn volgens Van de Beek eenvoudigweg niet te voorkomen. „Het heeft niets te maken met een ophoping van te veel afval of het te lang opslaan ervan. De opslag en de hoeveelheid vuil vallen ruim binnen de hoeveelheden die we in de vergunning toegewezen hebben gekregen.”

Volgens Van de Beek is het evenmin aan de orde dat Vink zijn afval beperkt kwijt kan. „Wij doen juist zaken met meerdere afvalverbranders, onder wie de AVR te Duiven, om te voorkomen dat wij daarmee te maken krijgen.”

De managers van Vink vinden het vervelend dat de buurt overlast ondervindt van de branden. „Wij doen in samenwerking en in overleg met de gemeente en de brandweer al het mogelijke om dit soort branden te voorkomen.”