Vlaardingen claimt ‘zijn’ graaf Dirk III
VLAARDINGEN. Woonde de middeleeuwse graaf Dirk III nu in Vlaardingen of in Dordrecht? Voor de historici die vrijdag bijeen waren in de Grote Kerk van Vlaardingen, op een symposium van de Stichting Slag bij Vlaardingen, is dat geen vraag.
Het is al even geleden: op 29 juli 1018 versloeg Dirk III bij Vlaardingen het leger van zijn oom, de Duitse keizer Hendrik II. De gebeurtenis legde de basis voor het ontstaan en de autonomie van het latere graafschap Holland.
Vlaardingen wil het 1000-jarig jubileum van deze ‘grondlegging’ van Holland in 2018 groots vieren. Dat deze stad de mijlpaal viert, was lange tijd niet vanzelfsprekend. Achttiende- en negentiende-eeuwse historici hebben namelijk wel beweerd dat Dirk III bij Dordrecht zijn activiteiten ontplooide en dat daar in 1018 ook de veldslag plaatsvond.
Die discussie speelde zestig jaar geleden zelfs nog volop. Toen Vlaardingen na de bouw van het nieuwe stadhuis in 1956 een beeld voor Dirk III oprichtte als „grondlegger van Hollands zelfstandigheid”, wilde Dordrecht niet achterblijven. In 1957 maakten zij een statement door hetzelfde te doen. Boze Vlaardingers pikten dit niet. Onder de leus ”Blijf af van onze Dirk” trokken zij in het nachtelijk duister naar Dordrecht om het beeld te roven.
De Vlaardingse stadsarchivaris Harm Jan Luth en stadsarcheoloog Tim de Ridder zijn er stellig over: de grote veldslag heeft bij Vlaardingen plaatsgevonden.
Overgeleverde ooggetuigenverslagen spreken van een slag bij Vlaardingen. Bovendien heeft archeologisch onderzoek uitgewezen dat de graven in de 11e eeuw al in Vlaardingen resideerden, terwijl Dordrecht in die tijd nauwelijks meer was dan wat huizen aan de rivier.
Later is Dordrecht Vlaardingen voorbijgestreefd als belangrijke stad, met oudere stadsrechten. Toch zijn inmiddels ook de historici in Dordrecht het er wel over eens dat Dirk zijn gevecht bij Vlaardingen voerde.
Graaf Dirk III zou zich rond het jaar 1000 te Vlaardingen gevestigd hebben. Hij liet daar op een terp een houten motteburcht bouwen. Die heeft naar alle waarschijnlijkheid op de huidige Markt gestaan. In die tijd vond er grootschalige ontginning plaats van de Hollandse wildernis en begon ook de strijd tegen het water.
De graaf was een leenman van de Duitse keizer. Alleen gedroeg Dirk III zich niet zo. Dirk was een eigengereid man. Hij wilde meer welvaart in het gebied brengen, maar hij deed dit uit eigen gewin. Hij regeerde met strakke hand, ontgon de wildernis deels illegaal en maakte de bewoners belastingplichtig.
De nederzetting versterkte hij ook militair. De rivier de Merwede was een belangrijke handelsroute tussen Tiel en Engeland en daar sloeg hij een slaatje uit. Zo hield hij voorbijvarende handelaars aan om van hen een hoge tol te eisen; in feite beroofde hij hen. De Tielse kooplieden beklaagden zich hierover bij de Duitse keizer, omdat de handel tussen Tiel en Engeland dreigde stil te vallen.
De illegale ontginningen en het aanhouden van schepen leidden ertoe dat de keizer een strafexpeditie organiseerde om Dirk III in die steeds belangrijker wordende nederzetting aan de Merwede eens de les te lezen. Op 29 juli 1018 vertrok hij vanuit Tiel met een grote vloot naar Vlaardingen.
Dirk III wist van het veel grotere leger van de keizer te winnen dankzij hulp van de lokale bevolking. Omdat deze gebeurtenis zo belangrijk bleek voor het ontstaan van Holland, maakt Vlaardingen zich op voor een grootse millenniumviering. Het symposium was daartoe een eerste aanzet.