Tien kandidaten voor presidentschap Rusland
De Russische president Vladimir Poetin hoeft zich over zijn herverkiezing geen zorgen te maken, als de inwoners van zijn land over twee maanden naar de stembus gaan. Zeker niet wanneer tegenkandidaten laten blijken geen enkel belang te hebben bij een overwinning.
Tot vorige week konden deelnemers zich inschrijven voor de verkiezingen van 14 maart. Negen mensen maakten van de mogelijkheid gebruik om de zittende president uit te dagen. Voor serieuze concurrentie hoeft Poetin echter niet bang te zijn: geen van zijn rivalen maakt een schijn van kans om te winnen.
Dat Poetin niet hoeft te vrezen voor zijn baan, staat al heel lang vast. Sinds zijn voorganger Boris Jeltsin hem vier jaar geleden als opvolger aanwees, is zijn positie alleen maar sterker geworden. De macht van de president bleek duidelijk tijdens de parlementsverkiezingen van anderhalve maand geleden. De Kremlin-partij Verenigd Rusland behaalde toen een klinkende overwinning. De communistische KPRF -de tot dan toe grootste oppositiepartij- verloor meer zetels dan verwacht en moest haar tweede plaats afstaan aan de Liberaal-Democratische Partij van Rusland (LDPR) van ultranationalist Vladimir Zjririnovski. Bovendien keerden twee andere oppositiepartijen, de Unie van Rechtse Krachten (SPS) en Jabloko, niet in het Russische parlement terug.
De verkiezingsuitslag vormde voor prominente figuren van de oppositie aanleiding om zich niet te kandideren voor de presidentsverkiezingen. De leider van het liberale Jabloko, Grigori Javlinksi, wilde van geen deelname weten omdat volgens hem „vrije en rechtvaardige verkiezingen” in Rusland niet mogelijk zijn. Javlinksi, die in 1996 en 2000 wel aan de race om het presidentschap meedeed, betreurt dat onafhankelijke partijfinanciering niet meer mogelijk is, evenmin als „het uitdragen van een mening in de media.”
Bijval kreeg de Jabloko-leider van SPS-collega Boris Nemzov. Die zei dat democratische partijen niet hoeven te fungeren als „vijgenblad voor een bureaucratische politiestaat, die bezig is zich te versterken.” Nemzov steunde de oproep van Jabloko om de komende verkiezingen te boycotten uit protest tegen de -in hun ogen- grootschalige fraude rond de afgelopen parlementsverkiezingen.
Overigens delen niet alle partijgenoten zijn standpunt. De ambitieuze medevoorzitter van de SPS, Irina Chakamada, liet zich op het allerlaatste moment nog inschrijven als kandidate voor het hoogste ambt. „Ik wil dat de mensen begrijpen dat zij in principe een alternatief hebben”, luidde haar motivatie.
Naast de liberale oppositiepartijen SPS en Jabloko besloten ook de communisten de komende verkiezingen te laten voor wat ze zijn. In plaats van partijleider Gennadi Zjoeganov -die bij de vorige presidentsverkiezingen op de tweede plaats eindigde- kandideerde de KPRF de onbekende Nikolai Charitonov, leider van de aan haar nauw verwante Agrarische Partij.
Eerder had een andere oudgediende, Vladimir Zjirinovski, ook al laten weten dit jaar niet van de partij te zijn. „Er is geen negatieve informatie over Poetin, geen enkel argument om hem te bekritiseren”, aldus de leider van de LDPR. De partij maakt in theorie deel uit van de oppositie, maar stemt in de praktijk altijd met de regeringsfractie mee.
In plaats van Zjirinovski wezen de liberaal-democraten Oleg Malisjkin aan als mogelijke opvolger voor Poetin. Malisjkin, een voormalige bokser, was aan de zijde van Zjirinovski de afgelopen jaren betrokken bij verscheidene vuistgevechten die in de Doema over politieke kwesties ontstonden. Evenals Charitonov is ook Malisjkin onbekend bij het grote publiek en daarom volstrekt kansloos.
Om de stembusstrijd van 14 maart toch enige schijn van echtheid te geven, heeft het Kremlin nog een paar andere kandidaten weten op te trommelen. Een van hen is Sergei Mironov, voorzitter van de Federatieraad, de Eerste Kamer van het Russische parlement. Zijn wens om de nieuwe sterke man van Rusland te worden moet echter niet al te serieus worden genomen. „Als een leider die vertrouwen geniet de strijd ingaat, mag hij niet alleen worden gelaten. Men moet naast hem staan”, aldus Mirinov, die met zijn kandidatuur Poetin een hart onder de riem wil steken.
Twee andere kandidaten, Vladimir Bryntsalov en Sergei Glazijev, brengen het er niet veel beter vanaf. Bryntsalov, een wodkamagnaat met in zijn kantoor een foto van Poetin en het symbool van Verenigd Rusland, „begrijpt zeer goed” dat hij niet gaat winnen. Bij de verkiezingen van 1996 haalde hij nog geen 0,5 procent. Glazijev, kandidaat namens de nationalistische Moederland-partij -de verrassende nieuwkomer in de Doema- durft evenmin de hoop uit te spreken dat hij de zittende president zal verslaan.
Voor Poetin, die zich gesteund weet door 80 procent van de bevolking, is er geen enkel vuiltje aan de lucht. Zijn herverkiezing over twee maanden is slechts een formaliteit. Met een parlement dat aan zijn voeten ligt, is hij de onbetwiste leider van het land. Tot het voorjaar van 2008 kan de president ongestoord zijn gang gaan. Pas daarna moet hij het veld ruimen, omdat de grondwet niet in een derde ambtstermijn voorziet.
Of Poetin dan ook daadwerkelijk van het toneel zal verdwijnen, is een vraag waarover druk wordt gespeculeerd. Met een meerderheid van 310 afgevaardigden in de 450 zetels tellende Doema is het een koud kunstje om de grondwet te veranderen en een derde termijn mogelijk te maken. Tot nu toe heeft Poetin altijd gezegd dat hij de grondwet met rust laat. Maar in vier jaar kan er heel wat veranderen. Zeker in Rusland.