Buitenland

Overzicht: wie haat wie in het Midden-Oosten

Snappen ze in het Midden-Oosten zélf eigenlijk nog wie vrienden van wie is? Na opnieuw een zomer vol haat en nijd in een tot op het bot verscheurde regio raken steeds meer mensen de draad kwijt. Hoog tijd dus om de belangrijkste allianties op een rijtje te zetten.

Jacob Hoekman

23 September 2014 11:35Gewijzigd op 15 November 2020 13:06
Illustratie RD, Janneke Paalman
Illustratie RD, Janneke Paalman

Eén voorbeeld is voldoende om duidelijk te maken hoe onont­warbaar de kluwen van relaties in het Midden-Oosten is. Het Syrië van president Assad steunde lange tijd Hamas in de Gazastrook, maar nu is Hamas juist vrienden met de rebellen die in Syrië tegen Assad vechten – terwijl Hamas tegelijker­tijd banden heeft met Iran, dat weer een goede bondgenoot is van Assad.

Bent u er nog? De overzichtelijkheid van ooit, toen het Midden-Oosten was opgedeeld in bondgenoten en in vijanden van het Westen, is totaal zoek. Bovendien kunnen bondgenootschappen vandaag de dag snel wisselen. Dat laat de casus Syrië-Hamas goed zien.

Het Westen doet trouwens volop mee met die wisselende loyaliteiten in het Midden-Oosten. Nog maar een jaar geleden hadden de Verenigde Staten serieuze plannen om het regime van Assad te bombarderen. Syrische rebellen kregen Amerikaanse wapens om Assad te verjagen.

Nu is het andersom. Sommige westerse landen denken erover na hoe ze voorzichtig met Assad kunnen samenwerken om diezelfde rebellen, die nu voor een deel verenigd zijn in de Islamitische Staat (IS), kunnen uitschakelen. Dat uitschakelen is een hele klus, mede omdat IS over diezelfde goede wapens beschikt die nog maar kortgeleden door het Westen zijn uitgedeeld. ”Property of the US Government”, staat op sommige geweren van IS-terroristen. Eigendom van de regering van de VS.

Hoe moet een geïnteresseerde krantenlezer in dit mijnenveld van wisselende relaties de grote lijnen ooit nog enigszins vast­houden? Daarom: een viertal handvatten om het Midden-Oosten van vandaag beter te begrijpen.

  1. Sjiieten tegen soennieten

Het verschil tussen de twee grote geloofsrichtingen in de islam is de laatste tien jaar steeds belangrijker geworden. Een heleboel nieuwe vijandschappen laten zich langs die lijn verklaren. Het feit dat het Syrische regime van Assad weinig op heeft met Hamas in de Gazastrook (pijl A) is daar een voorbeeld van.

Assad is alevitisch, een geloofsrichting die in te delen valt onder het sjiisme. Maar Hamas is strengsoennitisch. Eerder was dat geen probleem, omdat de haat tegen Israël beide partijen verbond (zie punt 2). Dat is nog zo, maar na de komst van soennitische rebellen in Syrië is Hamas deze opstandelingen gaan steunen. Zij liggen ideologisch gezien immers veel dichter bij de eigen opvattingen.

De verdiepte kloof tussen soennieten en sjieten zorgt niet alleen voor nieuwe vijandschappen, maar ook voor nieuwe vrienden. Daarvan is de onwaarschijnlijke alliantie tussen Iran en Irak een sprekend voorbeeld (pijl B). Iran en Irak waren lange tijd gezworen vijanden, maar na de verdrijving van Saddam Hussein veranderde dat. Irak kreeg een sjiitische premier, tot grote vreugde van de sjiitische hardliner Iran.

Sowieso wil Iran graag vrienden zijn met iedereen die maar enigszins in het sjiitische hokje past. Daarom is Iran ook een van de grootste steunpilaren van president Assad in Syrië. Ook maakt Teheran er geen geheim van wapens te verstrekken aan Hezbol­lah (pijl C), de terroristische sjiitische organisatie in Libanon die streeft naar de vernietiging van Israël.

  1. Iedereen tegen Israël

Wie allianties in het Midden-Oosten in kaart wil brengen, komt vroeg of laat Israël tegen – meestal vroeg. Als íéts voor wrevel en haat zorgt in deze regio, is het wel het bestaan van het Joodse land. Vrijwel ieder islamitisch land heeft dan ook een negatieve relatie met Israël (pijl D). Overal in het Midden-Oosten kun je de onverbloemde haat horen tegen alles wat Joods is.

Door de oorlog in Gaza van afgelopen zomer is dat alleen nog maar erger geworden. De Turkse relatie met Jeruzalem is daar een goed voorbeeld van. Turkije en Israël hadden –en hebben nog altijd– een sterke economische relatie, en de twee landen hielden zelfs gezamenlijke militaire oefeningen. Maar dat is voorbij sinds Turkije, met Tayyip Erdogan aan het roer, een islamistische koers vaart. Een keerpunt was dat Israël in 2010 een Turkse vloot naar Gaza tegenhield, waarbij negen Turkse activisten om het leven kwamen. Premier Erdogan (nu president) nam met harde woorden afstand van Israël. Hij verweet het land „staatsterrorisme.” Tijdens de Arabische opstanden vanaf 2011 deed hij daar nog een schepje bovenop. Vorig jaar stelde hij zionistische opvattingen gelijk aan misdaden tegen de mensheid.

Maar in het Midden-Oosten is niet alles wat het lijkt. Er zijn ook landen die afstand nemen van Israël, maar intussen wel degelijk samenwerken. Egypte is daar een voorbeeld van. Sinds generaal Sisi daar president is, vaart hij –net als Mubarak eerder– een pragmatische koers. Er wordt zelfs onderhandeld over de verkoop van Israëlisch gas aan Egypte.

En nog zoiets: wie weet dat Saudi-Arabië, het land van de bakermat van de islam, niet eens een heel slechte relatie met Israël heeft? Beide landen moeten niets hebben van het kernprogramma van Iran, waardoor deze absolute tegenpolen als vanzelf in elkaars armen worden gedreven. Kortom: Israël staat op het niveau van de officiële politiek weliswaar alleen, maar onder de oppervlakte spelen ook andere belangen.

  1. Iedereen tegen IS

Het onttrekt zich aan het zicht van het grote publiek, maar om het Midden-Oosten van vandaag te begrijpen, is het van groot belang te beseffen dat bijna alle landen zich fel tegen de Islamitische Staat keren – in elk geval op officieel niveau (pijl E).

Dat strookt niet met het idee van veel mensen. Het Midden-Oosten is de laatste jaren toch een verzameling van radicalen geworden?

De werkelijkheid is een stuk genuanceerder. Dat komt allereerst doordat politieke leiders bang zijn voor hun eigen hachje als IS oprukt. Kijk naar de koningshuizen op het Arabisch schiereiland: de koning van Saudi-Arabië heeft al genoeg te stellen met IS-fanaten in zijn eigen land, die daar keihard aangepakt worden. IS maakt er geen geheim van dat een van hun doelen is om in hun ogen corrupte regimes als het Saudische koningshuis omver te werpen.

Ook andere landen in het Midden-Oosten zijn bang hun vingers te branden aan de radicale soldaten van de kalief. IS keert zich in feite tegen álle regimes in de regio. Niet zo vreemd dus dat die regeringen weinig voelen voor het kalifaat. Zelfs Hamas, toch ook een radicale club, moet niets van IS hebben.

Toch, het zal niet waar zijn, is ook hier een kanttekening op haar plaats. Er mag dan geen land zijn dat openlijk vóór IS is, sommige landen hebben er ook bar weinig tégen gedaan. Turkije bijvoorbeeld heeft de grenzen voor wapenleveranties aan de vroegere ISIS-rebellen en andere strijders wagenwijd opengezet. En het is een publiek geheim dat IS vanuit Saudi-Arabië en andere Arabische landen wel degelijk veel steun –in de vorm van geld en wapens– heeft gekregen. Die leveranties liepen weliswaar niet via de regimes, maar werden ook niet tegengehouden. Zolang IS bezig was Assad in de pan te hakken, deden deze landen of hun neus bloedde. Pas nu ze zelf potentieel slachtoffer worden, verandert dat.

  1. Gelovigen tegen seculieren

Soms heb je landen die allebei soennitisch zijn, allebei tegen Israël, allebei tegen IS, en toch onderling een vijandige relatie hebben: Egypte en Turkije bijvoorbeeld (pijl F), twee regionale reuzen. Waarom maken zij ruzie?

Hier komt het vierde handvat in beeld om de onderlinge verhoudingen te begrijpen: dat van „gelovigen” tegen „seculieren.” De islam maakt al sinds de jaren tachtig een opleving door: veel moslims nemen hun geloof vandaag de dag een stuk serieuzer dan in de jaren zestig of zeventig. Dat zorgt onvermijdelijk voor botsingen.

In Turkije heeft de islam politiek gezien sinds pakweg tien jaar gezien veel meer in de melk te brokkelen. Het bestuur van dat land is van strengseculier (denk aan de compromisloze, prowesterse houding van stichter Atatürk) veranderd in orthodox-isla­mitisch, belichaamd door leider Erdogan.

In Egypte gebeurde echter juist het tegen­overgestelde. Daar kwam, na de val van Mubarak, de orthodox-islamitische president Morsi aan de macht. Als lid van de moslimbroederschap stond hij dicht bij Erdo­gan. Maar het presidentschap van Morsi was geen lang leven beschoren. Via een coup werd hij aan de kant gezet door het seculiere leger – precies zo’n soort staatsgreep waarmee vroeger in Turkije mensen als Erdogan terzijde werden geschoven. Het bekoelde de relaties tussen de twee grootmachten in het Midden-Oosten sterk.

„Gelovige” regimes daarentegen vinden elkaar meer en meer. Dat geldt bijvoorbeeld voor Turkije en Hamas (pijl G). Turkije heeft leiders van Hamas al diverse malen gastvrij onthaald, ondanks het feit dat die organisatie op de Europese terreurlijst staat.

En ook „ongelovige” regimes vinden elkaar. Het door salafisten verfoeide bewind van Saudi-Arabië, bijvoorbeeld, is dikke vrienden met president Sisi van Egypte (pijl H). De Saudi’s gooiden er miljarden tegenaan om Sisi in het zadel te helpen – wat ze in conflict bracht met hun eigen buurland Qatar (pijl I), want dat had juist miljarden gedoneerd om de voorganger van Sisi, de orthodox-islamitische Morsi, in het zadel te krijgen.

Maar ja. Over een paar jaar kan het alle­maal weer helemaal anders zijn. Want dit blijft wel het Midden-Oosten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer