Dr. Buijs: Zorg voor samenleving kan kerk overbelasten
VEENENDAAL. Kerken kunnen in de participatiesamenleving een rol van betekenis spelen, vinden christenpolitici. Maar volgens dr. G. Buijs kan de kerk niet de hele samenleving dragen. Overbelasting en uitputting dreigen.
Tijdens het symposium ”De kerk staat klaar!”, georganiseerd door de Evangelische Alliantie in samenwerking met andere organisaties, konden kerken en zorgaanbieders elkaar zaterdag in Veenendaal ontmoeten om de mogelijkheden van lokale partnerschappen te verkennen.
De (lokale) overheid moet in de toekomst met minder geld meer taken op zich nemen. Dagvoorzitter Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink, directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging, ziet deze ontwikkeling als een kans. „Er zijn volop mogelijkheden voor de kerk om haar diaconale rol te vervullen ten behoeve van kwetsbare mensen.”
Ze kreeg bijval vanuit de christelijke politiek. CU-Kamerlid Dik-Faber zei dat het een „principiële plicht van de samenleving is om te zorgen voor elkaar en dat hier allereerst een taak ligt voor kerken, buren en families.” Door de veranderende rol van kerken is er iets verloren gegaan. „Sociale structuren zijn weggedrukt door de verzorgingsstaat. Er ontstaan nu prachtige kansen voor kerken om hun relevantie voor de samenleving te laten zien.”
De politica stelde voor dat kerken zelf contacten leggen met de overheid en de samenleving om erachter te komen wat de kerk in deze tijd voor anderen kan betekenen. De kerk zou een ontmoetingsplek in de wijk kunnen worden waar mensen kunnen schuilen.
Dr. Govert Buijs, hoogleraar politieke filosofie en levensbeschouwing aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Vrije Universiteit, kwam met een heel ander verhaal. „De kerk staat allang klaar in de samenleving”, zei hij. „Juist kerkleden doen veel vrijwilligerswerk. Bovendien wordt de kerk steeds kleiner. Veel tweeverdieners hebben geen tijd. De kerk is zelf al een participatiesamenleving waar men elkaar helpt. Overbelasting en uitputting dreigen.”
Politici willen die boodschap volgens hem niet graag horen, maar hij noemt de gedachte dat het gaat lukken met die participatiesamenleving een mythe. „Er gaan gaten vallen. De kerk dient te weten dat zij het geheel niet kan dragen.” Zijn boodschap aan de kerken is zich te beperken. „Kies voor iets wat behapbaar is. Doe één ding en doe dat goed.” Als voorbeelden noemde hij het openstellen van een kerkelijk gebouw voor de wijk of het opzoeken van eenzame mensen.
Wieger Sikkema, pastor en manager zorgbeleid van de vrije baptistengemeente Bethel in Drachten, geeft een praktijkvoorbeeld. De grote, 2900 leden tellende gemeente is in drie lagen verdeeld. De mensen in de onderste laag ontmoeten elkaar tijdens allerlei kringen en dragen zorg voor elkaar. Men informeert naar elkaars gezondheid en helpt bij ziekte. Bij de middenlaag gaat het over pastorale zorg, gegeven door enkele betaalde krachten en honderden vrijwilligers. De toplaag is die van de specialistische zorg. De gemeente telt een aantal getrainde mensen die gesprekken voeren met gemeenteleden die in de problemen zitten. Ongeveer de helft van hen wordt direct doorverwezen. Tijdens de behandeling is er steun vanuit de gemeente.