Al in juni werd uit ingeleverde papieren voor de uitvoer duidelijk dat de Jaguar was gestolen. De auto was toen echter al twee dagen vanuit Californië onderweg naar Nederland, waar volgens Mike Maleta van de Amerikaanse politie een levendige markt bestaat voor de klassieke auto’s. De rederij van het schip kreeg opdracht de Jaguar mee terug te nemen. Dat gebeurde in augustus.

De man uit Californië die de auto uitvoerde was zich van geen kwaad bewust. Hij had de wagen enkele maanden geleden gekocht van een andere man, die zei dat hij de auto al 40 jaar in zijn garage had staan. De politie onderzoekt nog wie de auto op een avond in 1968 heeft gestolen bij het huis van eigenaar Schneider, die het „een mirakel” noemt dat hij de auto terugkrijgt.

Het komt bijna nooit voor dat een gestolen auto na bijna een halve eeuw nog wordt teruggevonden. Het was alleen maar mogelijk omdat de politie van New York het dossier van de diefstal al die jaren had bewaard.