Politiek

Slob (CU) en Van der Staaij (SGP): Het schuurt wel, maar het is toch goed

DEN HAAG. Geen haat, geen nijd. Amper politieke rivaliteit. Consensus in plaats van conflict. Dat is het beeld dat SGP-leider Van der Staaij en CU-fractievoorzitter Slob schetsen van de begrotingsonderhandelingen, die gisteren resulteerden in een op voorhand al breed gedragen rijksbegroting. „Staatsrechtelijk schuurt het best weleens, maar het is goed voor het land.”

Marcel ten Broeke en Addy de Jong
17 September 2014 07:09Gewijzigd op 15 November 2020 12:57
Slob (l.) en Van der Staaij. beeld RD, Henk Visscher
Slob (l.) en Van der Staaij. beeld RD, Henk Visscher

„Oké, Kees. Hier zitten we dan”, dacht Slob de afgelopen maanden regelmatig, wanneer hij samen met Van der Staaij aanschoof „bij de politieke grootheden” aan de onderhandelingstafel voor de gesprekken over de begroting van volgend jaar. „Onze onderlinge verhouding was al goed, maar die is de afgelopen periode aan die tafel zeker weer verder verdiept”, zegt Slob. „Natuurlijk hebben Kees en ik onze politieke verschillen, maar we hebben de afgelopen tijd vooral elkaar gezocht. Ons beider houding in de politiek is dienstbaar zijn in de tijd waarin je leeft. En die is zwaar momenteel.”

Dat „zoeken van elkaar” aan die onderhandelingstafel betrof niet alleen de twee christelijke fracties, ook met VVD, PvdA en D66 werd er, dat is althans het beeld dat Slob en Van der Staaij schetsen, harmonieus samengewerkt.

Van der Staaij: „De onderlinge sfeer is zeer constructief. We zoeken aan tafel ook bewust naar maatregelen waar we allemaal achter staan. Door op die manier om te gaan met je verschillen, kom je veel makkelijker tot breed gedragen beleid en kunnen alle vijf partijen met een opgeheven hoofd naar buiten treden.”

Dat klinkt allemaal zo veel redelijker dan we gewend zijn in Den Haag. Er werd nooit eens met een deur geslagen, zoals tijdens Rutte I?

Slob: „Nou, met ons erbij niet, maar ik weet natuurlijk niet hoe het er in de coalitie onderling aan toegaat.”

Van der Staaij: „Het viel me al wel vaker op dat zonder camera’s erbij iedereen hier wat rustiger is. Deze onderhandelingen vormden daar geen uitzondering op.”

Slob: „Natuurlijk is het soms ook best lastig en zijn er ook verschillen. Het is geen geheim dat mijn partij ontwikkelingshulp en de opvang van asielzoekers zeer belangrijk vindt. Het is best bijzonder dat je er, ook met een partij als de VVD, dan met z’n vijven gewoon uitkomt om juist ook in deze tijden verantwoordelijkheid te nemen voor onze broeders en zusters in het buitenland.”

Dat is dus een punt dat echt door de CU aan tafel is ingebracht?

Slob: „Dat klopt. Bij de eis van extra geld voor Defensie gingen Kees en ik weer wat meer samen op.”

Van der Staaij: „Nou, daarin hebben wij het voortouw gehad. Gelukkig steunde de ChristenUnie ons, zoals wij de inzet voor extra geld voor noodhulp van harte hebben gesteund.”

Slob: „Met z’n tweeën bepleiten we in de Tweede Kamer al veel langer extra slagkracht voor Defensie. Echt alleen wij. Volgens alle andere partijen kon het alle­maal best, al die bezuinigingen. Nou, kijk eens naar de situatie waarin we ons nu bevinden…”

Van der Staaij: „Wat wij ook echt belangrijk vonden, is dat er niet eenmalig wat extra geld naar Defensie gaat, maar dat er ook structureel een knop wordt omgezet. Anders dan bij noodhulp moet je voor Defensie een langetermijnstrategie hebben, zodat er ook geïnvesteerd kan worden.”

Slob: „Al moet je naast materieel ook het personeel niet vergeten. De nullijn gaat er, ook voor Defensie, nu eindelijk af. Dat is goed voor de koopkracht.”

Van alle groepen werknemers gaan alleen kostwinners er als groep niet op vooruit. Modale alleenverdieners verliezen zelfs fors koopkracht. Dat is toch opmerkelijk met zowel SGP als CU aan tafel.

Van der Staaij: „Het totaalbeeld wordt wel gekleurd door de negatieve uitschieter die er inderdaad is voor de modale kostwinners. Grosso modo gaat echter het merendeel van de kostwinners er niet op achteruit of er zelfs op vooruit. Let wel: dat is voor het eerst in vijf jaar! Maar er is geen antikostwinnersmaatregel genomen, of zoiets. De modale alleenverdiener is de dupe van de afbouw van de zorgtoeslag. De andere partijen waren ook direct bereidwillig om, toen in de eindfase van de onderhandelingen dat koopkrachtbeeld op tafel kwam, hier iets aan te doen. Om die reden is er ook 160 miljoen euro extra uitgetrokken om via een hoger kindgebonden budget de pijn voor deze groep nog iets te beperken. Meer knoppen zijn er op zo’n moment niet om nog aan te draaien. Wil je meer doen voor deze groep, dan moet er echt iets aan het belastingstelsel veranderen. Wij zijn er daarom blij mee dat het kabinet expliciet in de Miljoenennota heeft opgeschreven dat het de positie van de alleen­verdiener belangrijk vindt.”

Slob: „Ja Kees, dat is er zeker een om uit te knippen en in te lijsten! Maar het is en blijft een lelijk minnetje in het koopkrachtbeeld. Wel eentje dat ik kan uitleggen en verantwoorden. Het bijsturen van ons kent een zekere eindigheid. Zonder de CU en SGP aan tafel waren gezinnen veel slechter af geweest. Denk aan plannen die het kabinet had met de kinder­bij­slag en de gratis schoolboeken. Onze aanwezigheid heeft dus wel wat opgeleverd. Al schuurt het soms allemaal best weleens.”

In welk opzicht?

Slob: „Staatsrechtelijk; in de zin dat wij, nota bene als oppositiepartijen, eerder op de hoogte zijn van plannen dan andere partijen in de Kamer. Het is daarom ook niet ideaal wat we nu doen. En ook niet iets wat je zoekt. In die zin gingen we nooit met grote vreugde door die draaideur van het ministerie van Financiën. Maar als we het niet hadden gedaan, was de crisis vorig jaar nog veel meer verdiept.”

Van der Staaij: „We hadden ook kunnen zeggen: „Kabinet, kom zelf maar ergens mee na de zomer.” En dan gaan wij daar vervolgens, net als vorig jaar, weer van alles van vinden en aan veranderen. Dat was goed geweest voor je zichtbaarheid naar je achterban, maar het had ook veel onduidelijkheid gebracht voor het land. Dan kies ik liever voor rust en voorspelbaarheid.”

Slob: „Electoraal gezien kan het aantrekkelijk zijn om, zoals het CDA doet, er bij alles wat het kabinet wil met een gestrekt been in te gaan. Maar vraagt de tijd daarom? Ik zoek liever samen naar oplossingen voor de grote problemen in de samenleving.”

Van der Staaij: „Het sleutelwoord is: vertrouwen. Wij nemen hier soms moeilijke besluiten. Dan helpt het dat je je gedragen weet door het gebed van velen.”

Slob: „Soms word ik op straat aangetikt door iemand die ik helemaal niet ken, die zegt: „We bidden voor je.” Dat is bijzonder. En het ís ook heel bijzonder wat er gebeurt. Onze deelname in 2007 aan het kabinet was dat al, en de huidige situatie is dat opnieuw. We zijn een klein land op een grote aardbol, en in dat kleine land hebben wij weer een kleine rol. Maar toch ben ik dankbaar voor de mogelijkheden die we krijgen om iets te betekenen, bijvoorbeeld voor al onze broeders en zusters in het geloof die op dit moment zó vervolgd worden.”

Wat Slob betreft mag de huidige situatie daarom nog wel een tijdje zo doorgaan. „Dat zou goed zijn voor het land. Maar precies datzelfde gevoel had ik in 2010 ook, toen we als CU in Balkenende IV zaten. Op dat moment trok plots de PvdA er de stekker uit. En dat terwijl ze er destijds electoraal minder beroerd voor stond dan nu. Het kan dus morgen in één klap allemaal weer anders zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer