De OESO bestempelt de eurozone daarin onverminderd als het zorgenkind van de wereldeconomie. Vooral in de grote economieën, Duitsland, Frankrijk en Italië, is het herstel volgens de denktank vooralsnog teleurstellend. Het vertrouwen in de economie zwakt af, terwijl de zeer lage inflatie wijst op het uitblijven van de vraag onder consumenten en bedrijven. Het herstel in de probleemlanden is bemoedigend, maar zij kampen nog altijd met grote problemen.

De OESO verlaagde zijn verwachting voor de economische groei in de eurozone in 2014 naar 0,8 procent. In mei werd nog een vooruitgang met 1,2 procent voorspeld. De voorspelling voor 2015 werd verlaagd van 1,7 naar 1,1 procent.

Vooral de lage inflatie baart de denktank zorgen. Die maakt het steeds lastiger voor de zuidelijke eurolanden om hun concurrentiepositie te verbeteren, zonder door een lange periode van lage groei en hoge werkloosheid te moeten. Daarbij blijft het gevaar bestaan dat de lage inflatie omslaat in deflatie, een periode van aanhoudende prijsdalingen. Die zouden het herstel verder kunnen frustreren, vooral omdat het dan lastiger wordt om schulden af te lossen.

Het matige herstel van de wereldeconomie trekt volgens de OESO de komende maanden wat aan. De Amerikaanse economie toont een solide groei, terwijl de groei in Japan en China rond het langjarig gemiddelde zal liggen. Brazilië herstelt naar verwachting maar langzaam van de huidige recessie.