Rolduc: toonbeeld van roomse rechtzinnigheid
„Ah, Rolduc”, zegt paus Johannes Paulus II steevast als bisschop Wiertz van Roermond hem de naam van zijn bisdom noemt. De roemruchte priesteropleiding in Kerkrade, door critici vaak geassocieerd met geslotenheid en behoudzucht, staat in de rooms-katholieke wereldkerk hoog aangeschreven. Het kloostercomplex waar het seminarie is gevestigd, viert dit jaar zijn 900-jarig bestaan.
De bisschoppen van Roermond, Aken, Luik en Hasselt gaan zaterdag voor in de eucharistieviering in de abdijkerk die het jubileumjaar opent.
Rolduc herbergt behalve de priesteropleiding een middelbare school en een conferentiecentrum. Het begon in 1104 met priester Ailbertus, die een kapelletje bouwde op de plaats die zou uitgroeien tot abdij Kloosterrade, later omgedoopt tot Rolduc. Ailbertus en zijn broers waren uit Antoing, in het hedendaagse Wallonië, vertrokken omdat ze de leefregel van de kanunniken daar te slap vonden. Ze legden de grondslag voor een strengere abdij.
Bijna negen eeuwen later, in 1973, begon de toenmalige conservatieve bisschop Gijsen er een priesteropleiding, die Rolduc opnieuw tot toonbeeld van roomse rechtzinnigheid maakte.
In de tussentijd hadden de Franse revolutionairen in 1796 een einde aan de abdij gemaakt. Rolduc werd, nadat het enkele decennia leeg had gestaan, het kleinseminarie van het bisdom Luik en na de Belgische onafhankelijkheid een kostschool. Na de Tweede Wereldoorlog bracht de bisschop van Roermond er het kleinseminarie onder, dat in 1967 werd omgevormd tot een gymnasium.
De school van Gijsen leverde sinds 1973 ruim 175 priesters af, onder wie de (hulp)bisschoppen van Haarlem (Punt), Groningen (Eijk) en Roermond (De Jong).
De stichting ”900 Jaar Rolduc” organiseert in het jubileumjaar onder meer een tentoonstelling, in september een volksfeest en in oktober een Maria-processie.