Binnenland

Voor jihadist is Allahs lokroep te sterk

Wat is er met je aan de hand als je op jihad gaat? Ligt het aan je jeugd? Aan je cultuur? Culturele en psychologische verklaringen buitelen over elkaar heen. Toch is de uitleg van jihadisten zelf de meest fundamentele: ze geloven rotsvast dat Allah dit van hen vraagt. Ze zijn de eersten om te beamen dat hier een geestelijke strijd gaande is.

Jacob Hoekman

11 September 2014 22:27Gewijzigd op 15 November 2020 12:52
Jihadposter. beeld RD
Jihadposter. beeld RD

Zijn zelfmoordacties toegestaan in de islam? Zeker niet, zeggen de imams van de meeste moskeeën in Nederland. Zeker wel, zeggen jihadisten die buitenlandse imams raadplegen, nog veel stelliger. Wie er gelijk heeft, is nu niet de vraag; wel waar de laatste groep zijn stelligheid vandaan haalt. Want wie de moeite neemt hun bronnen te verkennen, kan eventueel gevaar beter inschatten.

Kort samengevat zijn die bronnen allemaal puur religieus. Alleen, in religieuze termen spreek je natuurlijk niet over zoiets als zelfmoordacties. „Martelaars­operaties”, is de term die bijvoorbeeld gebruikt wordt op de site van Ahlus Sunnah, een verzameling van salafistische geschriften in het Nederlands. En die operaties zijn niet alleen toegestaan, ze behoren zelfs tot „de beste jihad op het pad van Allah”, zegt de in die kringen gezaghebbende sjeik Ali ibn Khoedayr al-Khoedayr.

Macht, olie, geld

Maar hoezeer jihadisten er ook op hameren dat ze hun acties uitvoeren vanwege hun geloof, er zijn altijd deskundigen die ontkennen dat een religieuze verklaring hout snijdt. „De Islamitische Staat heeft niets te maken met de islam”, is een uitspraak die de achter­liggende weken uit verschillende monden op te tekenen was.

Zo zei niemand minder dan de Amerikaanse president Obama dat de Islamitische Staat (IS) „geen enkele religie vertegenwoordigt.” Anderen zien de rol van de islam hoogstens als iets bijkomstigs: het zou de Islamitische Staat uiteindelijk om macht gaan, om olie, om geld.

Marokkaanse jongens

Ook de Nederlandse jihadisten zouden niet op zoek zijn naar Allah, maar naar een manier om hun identiteitsproblemen te overwinnen. Die verklaring poneerde klinisch psycholoog prof. dr. Jan Derksen deze zomer aan de Radboud Universiteit tijdens een actualiteitencollege.

„IS-gangers zijn vaak Marokkaanse jongens”, constateert Derksen, „en die worden doorgaans anders opgevoed. Een liefdevolle bejegening wordt in een Marokkaanse opvoeding geremd. Een klap is snel uitgedeeld.”

Het gevolg daarvan is volgens hem desastreus. „Juist in de vroege kindertijd wordt de eerste intrapsychologische architectuur aangelegd – al rond de leeftijd van 2,5 of 3 jaar. Bij kinderen die dan veel angst en achterdocht er­varen, kunnen hechtings­processen zich niet ontwikkelen. Met al die angst en agressie komen ze in de adolescentie­fase. Niet zelden grijpen ze dan een ideeënstelsel aan om innerlijke rust te vinden.”

De radicale islam biedt zo’n stelsel. Maar volgens Derksen kan dat ook iets anders zijn. „Als deze jongens op de Veluwe waren geboren, hadden ze dat stelsel uit de Bijbel gehaald. Ze pakken datgene wat ze al kennen, en daarvan de meest extreme vorm. Dat hebben ze nodig omdat ze innerlijk zo kwetsbaar zijn. De religieuze ideeën worden zo dienstbaar aan hun emoties gemaakt.”

Verklaringen als deze zitten knap in elkaar. Toch zijn ze omstreden, omdat ze alleen ingaan op psychologische aspecten. In het strafrecht bijvoorbeeld wordt er weinig gebruik van gemaakt, is de ervaring van Derksen zelf. Bitter: „In de tijd van de Hofstadgroep is mij gevraagd het openbaar ministerie over de leden te adviseren, maar daar zie je nooit meer iets van terug.”

Als leeuwen

Als je het de betrokken zelf vraagt, zouden ze psychologische verklaringen rücksichtslos naar de prullenbak verwijzen. Hun verklaring voor hun ontwikkeling is doorgaans een puur religieuze.

Voorbeelden daarvan zijn er genoeg. De achterliggende maanden publiceerden voorvechters van de strijd in Syrië en Irak gelikte posters waarmee nieuwe jihad­gangers geworven moeten worden. Soms is de tekst een beetje krom, met z’n herhaalde drie puntjes, maar dat maken de sprekende foto’s ruimschoots goed.

„De enige regering boven ons… is Allah met zijn wetgeving”, staat op zulke posters. Of: „Als leeuwen zijn we weggegaan… de handel met onze Heer aangegaan!”

Die kreten zijn maar voor één uitleg vatbaar: het is, in elk geval in eigen waarneming, puur geloof in Allah en zijn Koran dat de drijfveer vormt voor hun handelen.

Hoger in rang

Veelzeggend is ook de poster waarop twijfelende moslims worden aangesproken: „Wie twijfelt over de jihad… die keert terug naar soera At-Tauwbah!” Die naam verwijst naar hoofdstuk 9 van de Koran, waar inderdaad een scala aan verzen staat die toegepast kunnen worden op de jihad. Zie vers 20: „Degenen die geloven en die zijn uitgeweken en die strijden op de weg van Allah met hun bezittingen en hun levens, zijn hoger in rang bij Allah. En zij zijn degenen die de overwinnaars zijn.”

En iets verderop in datzelfde hoofdstuk: „O jullie die geloven, wat is er met jullie dat wanneer er tot jullie wordt gezegd: Rukt uit op de weg van Allah, jullie bezwaard op de grond zakken? Hebben jullie dan meer behagen aan het wereldse leven dan aan het hiernamaals? (…) Rukt uit, licht of zwaar, en strijdt met jullie bezittingen en jullie levens op de weg van Allah, dat is beter voor jullie, als jullie het weten.”

Voordeel voor moslims

Maar niet alleen de Koran heeft het voor het zeggen in de islam, zoals vaak wordt gedacht. Zeker zo belangrijk is hoe er in de Hadith, de overleveringen van Moham­med, over wordt gesproken. En hoe er in de latere commen­taren aan wordt gerefereerd.

Welnu, de jihadist in spe kan in beide gevallen zijn hart ophalen. De eerdergenoemde sjeik Ali ibn Khoedayr al-Khoedayr, gezag­hebbend in salafistische kring, legitimeert bijvoorbeeld zelfmoord­acties met een overgeleverde uitspraak van Mohammed.

Ook put hij uit commentaren van de middeleeuwse islamitische geestelijke Ibn Taymiyyah, die een voorman van het salafisme is geworden en bekendstaat om zijn gepeperde uitspraken. Ibn Taymiyyah vindt het geen enkel punt als een moslim zich op de vijand werpt terwijl hij zeker is daardoor gedood te zullen worden, zolang daarin „een voordeel is voor de moslims.”

De propaganda-afdeling van de Islamitische Staat is eveneens duidelijk over deze onderwerpen. IS geeft een heus tijdschrift uit, Dabiq geheten. In de jongste editie van dit magazine, dat onlangs verscheen, wordt de strijd van IS zonder enige aarzeling aan de eindtijd gelinkt. De gevechten in het Midden-Oosten duiden op een strijd der geesten, waarbij de islam als winnaar tevoorschijn zal komen.

Ook hier komt de middeleeuwse Ibn Taymiyyah weer terug, die heeft gezegd dat de islam aan het eind der tijden een sterke basis zal hebben in de Levant – het gebied waar IS allereerst op aast. De moslims die dit land in de eindtijd bezetten, horen bij „de beste mensen ter wereld.” Welke oprechte moslim zou, aangespoord door godsvrucht, daarvoor zijn leven niet in de waagschaal willen stellen?

Paradijs

Dat analisten desondanks moeite hebben met deze puur religieuze verklaringen, zegt wellicht meer over henzelf als geseculariseerde westerlingen, dan over de jiha­disten.

Voor de laatsten is het soms net zo simpel als de wervingsposters stellen. „Opeens heb je het… Je toekomst ligt in het paradijs.” Met alle gevolgen van dien voor mensen die een andere voorstelling hebben van dat paradijs.


serie Jihadisten in Nederland

Tien jaar na de Hofstadgroep is Nederland opnieuw in de ban van strijders voor de jihad. Slot van een korte serie: waarom jihadisten geloven dat ze op het goede pad zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer