Boeren investeren, ook al brengen de aardappelen dit jaar niets op
BIDDINGHUIZEN. Nederlandse boeren blijven investeren, ook als het een jaartje tegenzit. Dat zegt directeur Gerard Heerink van Fedecom. De brancheorganisatie van fabrikanten, importeurs en dealers van landbouwmachines is de motor achter de gisteren geopende vakbeurs Agro Techniek Holland (ATH) in Biddinghuizen. Intussen kijkt de burger steeds nadrukkelijker mee over de schouder van de boer.
Duizenden akkerbouwers, melkveehouders en agrarische loonwerkers komen deze dagen naar het terrein van pretpark Walibi, waar het vierdaagse evenement plaatsvindt. Glimmende tractoren en machines in allerlei soorten en maten staan te pronken langs de looppaden. Verkopers doen hun best om boeren te interesseren voor de nieuwste snufjes.
De moderne boer is niet alleen vakman, maar vooral ook ondernemer. Dat betekent dat hij vooruitkijkt, ook in een jaar als nu, waarin de aardappelen vanwege de overvloedige Europese oogst haast niets opbrengen, de uienprijs lijdt onder de Russische voedselboycot en de melkprijs –tot voor kort op een historisch hoog niveau– behoorlijk aan het zakken is.
„De prijzen van landbouwproducten schommelen altijd. Nu staan sommige prijzen onder druk, maar die zullen zich ook weer een keer herstellen. Boeren kijken naar de structurele ontwikkeling, en die is dat de vraag naar voedsel wereldwijd groeit”, verklaart Fedecom-voorman Heerink. De machineproducenten spelen daarop in door te blijven investeren in de ontwikkeling van betere technieken.
Robots
Een voorbeeld daarvan is de opkomst van robots. Keek twee decennia terug melkveehoudend Nederland nog zijn ogen uit toen de eerste koeien geheel zelfstandig door een robot werden gemolken, tegenwoordig behoort zo’n apparaat op veel boerderijen tot de standaarduitrusting. Gisteren werd de vakbeurs geopend door „de eerste zelfrijdende cabineloze tractor ter wereld.” Deze machine is ontwikkeld door de Nederlandse firma Conver uit Almkerk en kreeg de tweede prijs in de strijd om de beste innovatie van de beurs.
De Greenbot, zoals de tractor is genoemd, wil boeren en loonwerkers in eerste instantie saaie, regelmatig terugkerende klussen uit handen nemen. „Je spaart er een chauffeur mee uit. Door koppeling aan gps werkt de tractor bovendien heel efficiënt”, zegt directeur Peter Mouthaan van Conver.
Door zijn bedrijf ontwikkelde software is inmiddels ingebouwd in een bestaand type smalspoortractor van het merk Fendt. Die draait, uitgerust met een boomgaardspuit, al geheel automatisch zijn rondjes op diverse fruitteeltbedrijven. Maar terwijl op die tractor nog altijd een chauffeur plaats kan nemen, kan dat op de Conver niet meer.
Mag zo’n robottractor eigenlijk wel de weg op? Mouthaan: „Op je eigen terrein mag je er sowieso mee werken, in de openbare ruimte –wij denken aan het maaien van bermen– nu nog alleen onder toezicht.”
De robottractor wordt momenteel in de praktijk getest. Mouthaan verwacht komend jaar een nulserie te bouwen. Vrij snel daarna zal de tractor op de markt komen. De prijs? „Nu ongeveer 125.000 euro. Als we er meer gaan bouwen, zal de prijs zakken.”
Baanbrekend
Een volgens kenners baanbrekende ontwikkeling van geheel andere orde is ”manure sensing” van de van oorsprong Amerikaanse fabrikant John Deere, die hiervoor de innovatieprijs kreeg toegekend. Aan de buitenkant ziet het kastje, dat op de inlaat van een mestinjecteur wordt gebouwd, er simpel uit. Maar schijn bedriegt: binnenin zit een sensor die op basis van infraroodmeting doorlopend de gehalten stikstof, fosfaat, kalium en drogestof in de langsstromende mest bepaalt. Op deze manier wordt heel nauwkeurig berekend hoeveel mineralen er tijdens het uitrijden van mest op het land terechtkomen.
De mestwetgeving in Nederland bepaalt dat boeren niet meer mineralen mogen toedienen dan de gewassen kunnen opnemen. De vinding van John Deere maakt volgens de jury een betere sturing van de mestgift mogelijk. Die kan zelfs ‘plaatsspecifiek’ worden afgestemd op de uitslagen van grondmonsteronderzoek: op een plek waar bijvoorbeeld meer stikstof nodig is, gaat de injecteur wat langzamer rijden. De jury denkt dat de nieuwe techniek zelfs tot aanpassing van de metwetgeving kan leiden.
Voorlopig is het nog niet zover, want de ontwikkeling is nog in volle gang. Stijn Kroonen, specialist mesttoediening bij John Deere, zegt dat de techniek op zijn vroegst in 2016 op de markt komt. De ijking van de sensor is een forse klus: dat moet voor elke mestsoort apart gebeuren. John Deere werkt daarvoor samen met in mestonderzoek gespecialiseerde laboratoria.
Consument
Intussen kijken consumenten worden steeds kritischer naar de landbouw, ondanks de positieve pr van een tv-programma als ”Boer zoekt vrouw”, dat voor het eerst met een eigen stand op de beurs aanwezig is. „Burgers kijken over onze schouder mee wat er op de boerderij gebeurt”, zegt Jan Bouwman, juryvoorzitter van de door vakblad Boerderij uitgeschreven wedstrijd ”Beste gewasbeschermer van het jaar” – bij de vorige editie nog minder eufemistisch aangeduid als ”Beste landbouwspuiter”. Daarom heeft de jury de relatie met omwonenden zwaar laten meewegen. Akkerbouwer en loonwerker Pieter van Kempen uit Nieuwe-Tonge gaat met zijn buren in gesprek en pakte de titel.
Volgens Boerderijhoofdredacteur Geert Hekkert zijn chemische „gewasbeschermingsmiddelen” voor Nederlandse akkerbouwers voorlopig onmisbaar „om misoogsten te voorkomen en te kunnen voldoen aan de steeds hogere kwaliteiteisen aan hun producten.” De maatschappelijke druk op het gebruik van landbouwgif is echter groot. Al dan niet terecht wordt er verband gelegd met bijensterfte, de gezondheid van omwonenden en de kwaliteit van oppervlaktewater, stelt Hekkert. „Iedereen die met gewasbeschermingsmiddelen werkt, moet daarom zijn best doen om het gebruik ervan zo veel mogelijk te verminderen.”
Fedecom-directeur Heerink is het daarmee eens. Tegelijk is hij positief gestemd over de toekomst van de Nederlandse landbouw. „We worden weleens de proeftuin van de wereld genoemd. Terecht. Dankzij de clustering van producenten, machinebouwers en kennisinstituten is onze landbouw bij uitstek in staat om nieuwe ontwikkelingen snel in de praktijk toe te passen.”
Dat laatste gebeurt in Biddinghuizen dit jaar ook letterlijk. Voor het eerst biedt ATH ruimte voor demonstraties van machines onder praktijkomstandigheden. Op een aan het beursterrein grenzende landbouwkavel van 40 hectare, die speciaal voor dit doel is aangekocht, zijn twee keer per dag spuitmachines, bietenrooiers en grondbewerkingsmachines aan het werk. „Onze eigen speeltuin“, grapte beursmanager Willem Bierema bij de aftrap van de beurs.