Recensie: Pianotrio’s van Beethoven
Heb je een pianotrio wanneer je een meesterpianist en dito violiste en cellist bij elkaar zet? Neen. Voor een hecht pianotrio is vooral nodig dat geen van hen zich als solist opstelt. Daarom leggen veel triospelers zich uitsluitend op hun eigen genre toe en ambiëren zij geen solocarrière. Het zou hun triospel schaden.
Alleen daarom al is deze cd uitzonderlijk. De spelers hebben ieder hun eigen buitengewoon succesvolle loopbaan in de muziek. Desondanks zijn zij in staat deze werken zo te spelen dat een ‘beroepstrio’ het niet beter zou doen. Ieder speelt de eigen partij zo dat die vooral dienstbaar is aan het geheel.
Het tweede bijzondere aan deze cd is het instrumentarium. Alexander Melnikov bespeelt een Graffortepiano uit 1828. De baskant daarvan is veel milder van klank dan bij een moderne piano, en bepaalde hoge akkoorden klinken bijna impressionistisch (nummer 6, deel 3). De strijkinstrumenten die Isabelle Faust en Jean-Guihen Queyras bespelen zijn ruim 300 jaar oud. Dit draagt ertoe bij dat de stukken klinken alsof de inkt nog nat is.
Het indrukwekkendst zijn echter de stukken zelf. Beethoven heeft van het pianotrio een volwassen genre gemaakt. Hij heeft het weggehaald uit de sfeer van kneuterigheid, die veel trio’s uit die tijd eigen was. Zonder de overige delen tekort te willen doen, wijs ik graag op nummer 6 deel 2 en nummer 7 deel 3. Het is geniaal wat Beethoven daar doet met ogenschijnlijk eenvoudig materiaal.
Voeg hierbij een mooie opname en een uitstekend tekstboekje, dat over de uitvoerenden niets en over de werken alles vermeldt, en mijn advies is duidelijk: naar de winkel!
Ludwig van Beethoven – Piano Trios Op. 70 No. 2, Op. 97 ”Archduke” –Alexander Melnikov (piano), Isabelle Faust (violin), Jean-Guihen Queyras (cello); Harmonia Mundi (HMC 902125); € 22,99; www.harmoniamundi.com
Uit: Trio for piano, violin and cello no. 6 in E flat major, opus 70 no. 2
Uit: Trio for piano, violin and cello no. 6 in E flat major, opus 70 no. 2
Uit: Trio for piano, violin and cello no. 7 ("Archduke") in B flat major, opus 97