Celstraf geëist in drugszaak Limburg
Officier van justitie P. van Hagen heeft gisteren voor de rechtbank in Maastricht acht jaar gevangenisstraf tegen drugscrimineel J. R. geëist. Het openbaar ministerie vermoedt dat R. de hoofdverdachte is van een omvangrijke Zuid-Limburgse drugs- en wapenzaak.
De leverancier van harddrugs, S. K., hoorde een straf van vijf jaar cel tegen zich eisen. Het OM doet al ruim twee jaar onderzoek naar een ingewikkeld netwerk van criminelen. Dat netwerk kent een Limburgse, een Brabantse, een Rotterdamse en een Kroatische tak. Volgens justitie hielden de criminelen er een levendige handel in vuurwapens uit voormalig Joegoslavië en harddrugs als xtc en amfetamine op na.
De officier omschreef de 35-jarige J. R. als „de kwade genius en de leider van het criminele netwerk.” De 27-jarige S. K., die zich tijdens de rechtszaak voortdurend beriep op zijn zwijgrecht, werd door de officier afgeschilderd als „een drugscrimineel die zich niet stoort aan de gevolgen van drugsgebruik, maar wel het financiële gewin ziet.”
In deze zaak legde de rechtbank in Maastricht eerder celstraffen van anderhalf tot drie jaar op aan vier loopjongens. Twee anderen werden veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraffen en werkstraffen.
De advocaten van de twee verdachten noemden de bewijslast van het OM flinterdun en allesbehalve overtuigend.
De rechtbank doet uitspraak op 26 januari.