VVD en PvdA willen minder vakken op school
DEN HAAG. Als het aan VVD en PvdA ligt, volgen leerlingen in het voortgezet onderwijs straks minder vakken. Dat moet leerlingen en leraren meer tijd en ruimte geven om zich in de lesstof te verdiepen. Ook moeten scholen zich minder richten op het toetsen van leerlingen, maar zich meer inspannen om het onderwijs te verbeteren. Leraren moeten hierin zelf een belangrijke rol gaan spelen.
Het zijn enkele van in totaal elf punten uit een plan dat is opgesteld door negen onderwijzers en onderwijsspecialisten. De twee regeringspartijen omarmen al hun ideeën en zijn blij dat die rechtstreeks uit het onderwijs zelf komen.
Ze hebben het initiatief gisteren neergelegd bij minister Bussemaker van Onderwijs en willen het inbrengen tijdens de behandeling van de begrotingsplannen, aldus PvdA-Kamerlid Ypma.
Het bevalt haar vooral dat de initiatiefnemers af willen van de „afrekencultuur” en toe willen naar een „verbetercultuur.”
Een goed idee vindt ze ook een innovatiefonds, waar 5 miljoen euro in moet komen. Anders dan bij de huidige fondsen kunnen individuele leraren hiervan gebruikmaken en geld krijgen voor een project of de ontwikkeling van lesmateriaal.
Volgens docent René Kneyber, een van de initiatiefnemers, staat of valt het leren met het vakmanschap van de leraar. Daarom moet er volgens hem een strenger toelatingsbeleid komen bij de lerarenopleidingen en pabo’s. Ook moeten goede leraren beter kunnen worden beloond.
De initiatiefnemers willen een lerarenregister, waarin de opleiding en bijscholing van docenten worden geregistreerd. Verder bepleiten ze een onafhankelijke docentenvereniging die is gericht op de professionalisering in het onderwijs.
Alleen het idee om de onderwijsinspectie af te schaffen hebben PvdA en VVD niet overgenomen.
De VO-raad, waarin de scholen voor voortgezet onderwijs zich hebben verenigd, is positief over het plan. De raad herkent veel van de ambities in het sectorakkoord VO en de VO-agenda 2014-2020. Ook de Algemene Onderwijsbond juicht de plannen van de onderwijsmensen toe.
Voorzitter drs. F. A. van Hartingsveldt van het college van bestuur van de Jacobus Fruytier scholengemeenschap is minder te spreken. „Ik word er moe, en ook bijna geprikkeld van. Geef het onderwijs nu eindelijk eens rust voor het eigenlijke werk. De collega’s van alle reformatorische scholen zijn hard bezig om het onderwijs van binnenuit te verbeteren.”
Volgens Van Hartingsveldt zijn de reformatorische scholen deels met een andere uitdaging bezig. „De 21e eeuw komt in de haarvaten van de school binnen. Daar moeten we eigen keuzes in maken via onder meer mentoraat, tutoring, Bijbelstudie en apologetiek.”