Hij zei dat de saamhorigheid in Nederland na de ramp troost geeft en goed doet. „In het gedeelde verdriet heeft ons land laten zien hoe krachtig we kunnen zijn. De saamhorigheid geeft troost en doet goed. Samen zijn we boos, samen zijn we verdrietig en samen herdenken we. Ik ben trots op dit land dat de slachtoffers de waardigheid en respect heeft weten te geven die ze verdienen.”

Hij zei verder dat het kabinet alles zal doen om te zorgen dat de slachtoffers een naam terugkrijgen. „Dat zijn we verplicht aan de nabestaanden, van wie sommigen in tergende onzekerheid zitten. De pijn kunnen we niet wegnemen. Wel kunnen we een schouder bieden, naast hen staan, zoals Nederland dat heeft gedaan en zal blijven doen.”

Tweede Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg zei dat de ramp met de MH17 voor altijd een gitzwarte bladzijde in onze geschiedenis zal blijven. Maar de verbondenheid die de Nederlanders direct na de ramp aan de dag legden, geeft die bladzijde volgens haar ook een „bijzondere gloed”.

De 298 slachtoffers hebben zich op het moment van de ramp op 17 juli waarschijnlijk nooit gerealiseerd dat ze zo dicht bij een oorlog zouden komen, zei Van Miltenburg. Maar op 17 juli was de zomer in één klap voorbij. „De zon maakte plaats voor verdriet, boosheid en rouw.” Er zijn maar weinig mensen die niet op de een of andere manier met de ramp te maken kregen, ze ze verder. Zo verloor de Staten-Generaal zelf PvdA-senator Willem Witteveen, die omkwam met vrouw en dochter.

Rutte sloot zijn korte toespraak in de Tweede Kamer af met de woorden: „Wij gedenken de 298 slachtoffers met intens verdriet en het diepste respect. Namens de regering wensen wij alle nabestaanden veel kracht toe bij het verwerken van dit onvoorstelbaar grote verlies.”

Daarna nam de Kamer een minuut stilte in acht en werd de vergadering voor een kwartier geschorst.