Snelle NAVO-interventiemacht moet afschrikken
BRUSSEL (ANP). De geplande ultrasnelle NAVO-interventiemacht, waaraan Nederland mee wil doen, moet vijanden afschrikken. Elke mogelijke agressor moet inzien dat als hij een NAVO-bondgenoot aanvalt, hij niet alleen de nationale strijdkrachten tegenover zich ziet, maar de hele NAVO.
Dat stelde NAVO-topman Anders Fogh Rasmussen maandag in Brussel. Hij sprak drie dagen voor het begin van de NAVO-top in Wales die zich onder meer over de Oekraïnecrisis buigt. Rasmussen noemde de uiterst snel inzetbare troepen de „spits” van de al bestaande NAVO-interventiemacht NRF.
Nederland levert volgend jaar troepen en materiaal voor de NRF. De regering in Den Haag bekijkt in hoeverre die eenheden kunnen worden ingezet voor de ultrasnelle ‘spits’.
Door de Russische agressie tegen NAVO-partner Oekraïne wil de alliantie de rol van de NRF vergroten om met name de verontruste bondgenoten in het oosten gerust te stellen. Tot nu toe werd de NRF vooral gezien als een macht om buiten het NAVO-gebied crises te beteugelen. De geplande ‘spits’ (officieel Very High Readiness Joint Task Force - VJTF) moet het mogelijk maken om al binnen enkele dagen doeltreffend te kunnen reageren.
Op de NAVO-top in Wales worden knopen doorgehakt. Naar verluidt kan de VJTF vanaf februari volgend jaar inzetbaar zijn.
Nederland draagt in 2015 onder meer een luchtmobiel bataljon, 2 mijnenvegers, 8 F-16’s en 4 Apache gevechtshelikopters bij aan de NRF.
De NRF en de VJTF staan los van een ander initiatief waaraan Nederland mee wil doen, namelijk een snel inzetbare eenheid van NAVO-bondgenoten onder leiding van Groot-Brittannië. Ook Denemarken, Noorwegen en de Baltische staten tonen interesse. Deze zogenoemde expeditiemacht kan bijvoorbeeld worden aangeboden aan de Verenigde Naties of de Europese Unie.