Theologe Madelon Vroonland: politieagent heeft pastor nodig
KAMPEN. Voor politiemensen is er nauwelijks geestelijke verzorging beschikbaar, ontdekte Madelon Vroonland tijdens haar studie theologie aan de PThU. En ook tussen de agent en de gemeentepredikant is er maar weinig contact. Iets waar ze graag verandering in zou brengen.
Vroonland, die theologie studeerde aan de PThU in Kampen, hoopt dat ze volgende maand beroepbaar wordt gesteld in de Protestantse Kerk in Nederland. Eind juli voltooide ze haar scriptie, over pastoraat onder politiemensen: ”David – man naar Gods hart – bruggenbouwer tussen theologie en politie”.
Landelijk georganiseerde geestelijke verzorging, zoals defensie die kent, is er niet bij de politie. Terwijl er door de aard van het werk altijd trauma’s op de loer liggen. Het pastoraatteam van politievakbond ACP beschikt volgens Vroonland over één vrijwilliger per provincie. Daarnaast werken er bij de politie drie geestelijk verzorgers.
Waar ligt dat aan?
„Iemand die in het leger zit, kan technisch gezien niet binnen 24 uur bij een predikant terecht. De geestelijke verzorging is daarom wettelijk geregeld. Bij de politie is dat niet het geval. Er is weliswaar een bedrijfsopvangteam actief en er zijn bedrijfspsychologen. Maar ja, als jij die christenagent bent die iemand neer moest schieten waardoor je met geestelijke vragen kampt, heb je meer aan een pastor.”
Een politieagent kan terecht bij een gemeentepredikant.
„Ja, maar die heeft minder kennis van de organisatie dan een geestelijk verzorger. Het is tekenend hoe verschillend predikanten reageren. Het gaat nogal eens mis. Bij een ramp zien predikanten politieagenten als medeprofessionals en niet als mensen die zorg nodig hebben. Daarbij komen er tijdens een ramp van alle kanten politiemensen aan, dus wie gaat nou wie benaderen? In de praktijk gaat er vaak niemand. Een predikant moet dus zijn oren en ogen openhouden: heb ik politiemensen in mijn wijk die bij een ongeval of ramp betrokken zijn?”
Politiemensen kunnen toch zelf aan de bel trekken?
„In het algemeen zullen ze niet zo snel een beroep op een predikant doen. Ze weten niet of dat kan en ze praten niet gemakkelijk over hun werk. Het is moeilijk om de stap te nemen. Politiemensen behoren door hun onregelmatige diensten niet altijd tot de groep vaste kerkgangers. Wanneer een predikant zichtbaar is en regelmatig vraagt naar de mens in het uniform –bijvoorbeeld als de politie in de woonplaats in actie is gekomen– wordt de drempel lager. Dat gebeurt nu niet. Daardoor raken mensen in de vergetelheid.”
Wat zijn de gevolgen daarvan?
„Dat ze onnodig lang met vragen rondlopen. Sommigen krijgen een posttraumatische stressstoornis. Dat is niet aan een predikant te wijten, maar de predikant kan wel dingen signaleren. Nu stellen pastors zich vooral de vraag: Is de hulpverlening mijn verantwoordelijkheid? Een tijdje geleden gebeurde er in de Heinenoordtunnel een ongeluk. Toevallig sprak ik die dag verschillende predikanten uit Barendrecht. Een van hen vroeg zich af of de tunnel op Barendrechts grondgebied ligt. Maar maakt dat uit, als je hoort dat de brandweerwagens vanuit jouw woonplaats vertrekken?”
Hoe groot is het probleem dat u signaleert?
„Er zijn 60.000 politiemensen. Zij krijgen iedere dag weer veel ellende op hun bord. Zij moeten naar plaatsen die de gemiddelde burger liever uit de weg gaat. Dagelijks gebeuren er verkeersongelukken. Een schietincident meemaken is heftig, maar een baby reanimeren na een ongeluk kan ingrijpender zijn. Laten predikanten zich daarvan bewust zijn. Politiemensen dragen een uniform, maar dat wat ze meemaken, blijft niet in dat uniform zitten. Vorig jaar bleek dat een op de tien politiemensen psychisch in de knoop zit.”
U kiest voor David als rolmodel. Waarom?
„In zijn levensverhaal zit veel wat je kunt benoemen in het pastoraat onder politiemensen. De geschiedenis van David en Bathseba laat ik hier even buiten beschouwing – in dat opzicht is David geen voorbeeldfiguur. Er is veel wat hem echt mens maakt. Hij ondergaat en gebruikt geweld en moet op de vlucht slaan. Zijn psalmen krijgen hierdoor inhoud en diepgang. Omdat ze zo verbonden zijn met Davids levensverhaal, vormen ze een herkenbare schreeuw. De Bijbel zegt iets over de ellende waarin ik mij dagelijks bevind. De kerk heeft daarom iets te zeggen. David weet wat het is om in de modder te staan. En toch blijft hij God vertrouwen. Overigens hoef je als dominee niet meteen met teksten aan te komen. De keuzes die je op dit punt maakt, hangen samen met je visie op het predikantschap. Ik vind het belangrijk om eerst te luisteren en pas dan te kijken waar je met het Bijbelverhaal kunt aansluiten. Maar dan ook alleen als dat nuttig is.”
Wat kan een predikant het beste doen voor politiemensen?
„Investeren in benaderbaar zijn. Fiets langs en vraag hoe het gaat met de mens in het uniform. Maak eventueel gebruik van de Psalmen en het Bijbelboek Samuël. En houd het thuisfront in de gaten. Familie ziet soms eerder dan de agent in kwestie dat het niet goed gaat. Kortom, sta klaar voor degenen die 24 uur per dag voor ons klaarstaan.”