Het signaal van de sjofar in de concertzaal
De sjofar is in de Bijbel en in het jodendom een belangrijk signaalinstrument. Maar als muzíékinstrument speelt de ramshoorn eeuwenlang vrijwel geen enkele betekenis. Dat verandert aan het eind van de 19e eeuw, ontdekte Kees van Hage (68) uit Amsterdam.
Op 16 september promoveert hij aan de Universiteit van Amsterdam op een Engelstalige dissertatie over hoe de sjofar in de periode tussen 1894 en 2010 voorkomt in de muziek, de literatuur en de kunst.
Van Hage zegt niet joods, niet christelijk en niet religieus te zijn. „Maar als religie voor zo veel miljoenen mensen belangrijk is, kan het geen onzin zijn. Ik heb me er goed in verdiept, met de nodige empathie.” Van huis is de Amsterdammer trombonist. Hij speelde in een koperkwintet en in verschillende orkesten en gaf jarenlang les. Na zijn vervroegde pensionering ging hij musicologie studeren. In dat kader schreef hij een paper over de sjofar. „Als trombonist was ik altijd al geboeid door dat instrument, dat gezien wordt als de ruige en primitieve voorloper van de koperen blaasinstrumenten.” Het bleek echter dat er geen enkele monografie over de ramshoorn bestond. Dat bracht Van Hage tot zijn studie.
In de Bijbel heeft de sjofar vijf functies, legt de promovendus uit. Bij de verbondssluiting op de Sinaï, bij rituelen zoals de viering van nieuwe maan, als ondersteuning van profetieën, bij politieke zaken zoals een kroning, en in een militaire context zoals de inname van Jericho. „Steeds fungeert het signaal om een boodschap kracht bij te zetten.” In de synagoge wordt de sjofar nog altijd gebruikt, tijdens de hoge feestdagen. Bij Rosj Hasjana, het joodse Nieuwjaar, met zelfs honderd signalen. „Het geluid heeft gezag en moet tot inkeer brengen, of bezegelt de verzoening, zoals op Grote Verzoendag.”
Aan het eind van de 19e eeuw ontstaat er in Europa en de Verenigde Staten interesse voor de sjofar als instrument buiten het religieuze en rituele domein, aldus Van Hage. „Een mijlpaal is het oratorium ”The Apostles” van de Engelse componist Edward Elgar uit 1903. Daarin wordt de sjofar als onderdeel van een symfonieorkest ingezet. Dan ontstaan overigens direct de problemen, want zo’n ruwe toon is helemaal niet goed te combineren met andere instrumenten.”
Ook in de literatuur duikt de ramshoorn op, evenals in de kunst. Van Hage onderzocht in totaal zeventig kunstwerken. Eindpunt is de synagoge Meor Hagola in Mainz uit 2010, waarvan het ontwerp is geïnspireerd door de vorm van de sjofar.
Het inpassen van een vanouds religieus instrument in een seculiere context ging niet zonder slag of stoot. Van Hage: „Op een sjofar kun je eigenlijk maar twee tonen goed spelen. Er is wel gesproken over het maken van vingergaten, om meer tonen te krijgen. Dat is echter volgens de joodse wetten verboden. Hetzelfde geldt voor het aanbrengen van ventielen. Minstens 2000 jaar is de ramshoorn daarom onveranderd gebleven. Maar, heel opvallend, in het jaar 2000 hebben twee componisten in de VS digitale apparatuur voor de ramshoorn gemaakt waarmee het instrument extra mogelijkheden kreeg. En dat mocht wel binnen de joodse wetgeving.”