Limburgs Museum ook blij zonder badplaats
VENLO (ANP). Het Limburgs Museum in Venlo is toch blij met het bouwwerk dat 2 jaar geleden voor veel geld werd geplaatst in een speciaal aangebouwde vleugel. Aanvankelijk beweerde Venlo dat het ging om een oude joodse badplaats, een mikwe. Woensdag liet het museum echter na onderzoek en veel discussie weten dat het definitief niet gaat om een mikwe.
Museumdirecteur Jos Schatorjé concludeerde woensdag dat het gaat om een uniek laat 13e-eeuws bouwwerk, een van de oudste stenen gebouwen van voorstedelijk Venlo. Het lag aan een oude haven aan de Maas en had waarschijnlijk met handel te maken. In tegenstelling tot wat de gemeente tot voor kort beweerde, kende Venlo in die tijd helemaal geen joodse gemeenschap.
Welke functie het huis precies had moet nader onderzocht worden. „We hebben geen teletijdmachine waarmee we terug kunnen gaan om te zien wat voor naambordje op het huis stond. Maar het is uniek en bijzonder genoeg om tentoongesteld te blijven in het museum”, zei Schatorjé.
Het bouwwerk werd in 2004 bij archeologische opgravingen bij de Maas gevonden en door de gemeente al vrijwel meteen gedoodverfd als mikwe. Acht jaar later werd het 180 ton wegende gevaarte van mergelsteen in de apart gebouwde vleugel van het museum geplaatst. Gemeente en provincie betaalden voor de verbouwing van het museum 3 miljoen euro.
De provincie, die eigenaar is van het museum, heeft met interesse kennisgenomen van het rapport maar wil verder niet treden in de wetenschappelijke discussie. De gemeente Venlo vindt dat het bouwwerk hoe dan ook grote historische waarde heeft. „Het blijft een unieke vondst voor de gemeente”, aldus een woordvoerder.