Dat schrijven de ministers Frans Timmermans (Buitenlandse Zaken), Jeanine Hennis (Defensie) en Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) in een brief aan de Tweede Kamer.

Daarin schetsen ze de stand van zaken rond de vliegramp met vlucht MH17, nu bijna 6 weken geleden. Ze wijzen op de aanhoudende Russische militaire aanwezigheid aan de Russische kant van de grens. „Hiermee heeft de Russische Federatie voldoende gevechtskracht geconcentreerd voor een beperkte militaire operatie in Oost-Oekraïne, al dan niet onder het voorwendsel van een humanitaire operatie.”

Volgens het kabinet neemt de vastberadenheid van de pro-Russische separatisten in het gebied, gesteund door Rusland, toe. „Frontlijnen en gevechtslocaties wisselen dan ook dagelijks.”

Is de dreiging in het gebied rond de rampplek en rond de steden Donetsk en Loehansk nog significant en de veiligheidssituatie er nog „fluïde en onoverzichtelijk”, in Charkov is het een stuk beter. Daar zitten nog Nederlanders die de repatriëringsmissie weer kunnen opstarten zodra de situatie rond de rampplek weer veilig is.

De repatriëringsmissie werd op 6 augustus na enkele dagen zoeken op de rampplek afgebroken vanwege de onveiligheid en de dreiging van een escalatie bij een Russische inval in Oekraïne. Later bleek dat er direct na het neerstorten van de Boeing van Malaysia Airlines al uitgebreid was gezocht door een groep van zo’n 800 locals.

Op de telefonische meldpunten die Nederland instelde in de hoop nog meldingen over lichamelijke resten of persoonlijke bezittingen binnen te krijgen, is niets meer van de lokale bevolking binnen gekomen.

Bij de ramp met de MH17 kwamen alle 298 inzittenden, onder wie 196 Nederlanders om het leven. Waarschijnlijk is het toestel door pro-Russische separatisten uit de lucht geschoten.