De Chinese autoriteiten kondigde eerder al een onderzoek aan naar vermeende prijsafspraken, onder meer bij de handel in reserveonderdelen. In een reactie daarop verlaagden diverse producenten al de prijzen van onderdelen in China met bijna 40 procent. Naast Japanse bedrijven, heeft de Chinese concurrentiewaakhond ook Duitse autobouwers in het vizier.

De uitgedeelde boetes zijn het hoogst sinds de kartelwetgeving in 2008 in China in werking trad. De overheid kan met die wet in de hand een boete opleggen van maar liefst 10 procent van de jaarlijkse omzet van een bedrijf.

China volgt met zijn aanpak van malafide automakers de lijn van de Verenigde Staten, Europa en Japan die autoproducenten eerder al op de vingers tikten. Eerder kreeg onder meer de Japanse onderdelenmaker Yazaki in de Verenigde Staten en in de Europese Unie al een miljoenenboete als gevolg van prijsafspraken.

Bedrijven die handelen in China klagen echter steeds vaker over de strengere controles die de Chinese autoriteiten uitvoeren. Naast de automakers werden eerder onder meer technologiebedrijven en voedselproducenten geconfronteerd met verscherpte controles en boetes als gevolg van strengere regelgeving.

China benadrukte woensdag dat het beleid niet gericht is op het tegenwerken van buitenlandse investeerders en bedrijven, maar puur dient ter bescherming van de Chinese consument.