Het nieuwe politiebeleid is een reactie op wat een legergeneraal vorige maand zei tegen journalisten. Generaal Abdul Raziq zei toen dat „deze terroristen voor eens en altijd moeten worden vermoord, omdat ze anders toch wel vrijkomen”. Hij refereerde daarmee aan de vrijlating van duizenden Afghanen, onder wie strijders die door de Verenigde Staten worden beschouwd als „gevaarlijk”. De Afghaanse president Hamid Karzai had daartoe opdracht gegeven.

Niet lang na de uitspraken trok de generaal zijn verhaal toch weer in. Hij zou verkeerd zijn begrepen, maar toen was het kwaad al geschied. Meerdere lokale politiechefs hebben inmiddels het bevel gegeven om Taliban-strijders meteen te doden in plaats van gevangen te nemen.

Volgens de chefs rekruteren de mannen die president Karzai heeft vrijgelaten, alleen maar meer strijders en strijden ze weer mee met de Taliban.

Volgens het internationale oorlogsrecht moeten strijders die zich overgeven, krijgsgevangen worden gemaakt; hen te doden is een oorlogsmisdaad.

Van 2011 tot 2013 was een Nederlandse trainingsmissie in Kunduz om de politie op te leiden. Ook moesten de Nederlanders helpen bij de opbouw van een rechtsstaat. Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken zei tijdens een evaluatie in de Tweede Kamer in mei dat de missie „positief meetbare resultaten” heeft opgeleverd.