Opinie

Christenen in Midden-Oosten genegeerd

Christenen in het Midden-Oosten verdienen geen voorkeursbehandeling, maar dat betekent niet dat ze mogen worden ge­negeerd, stelt Aziz Beth Aho.

Aziz Beth Aho
14 August 2014 16:01Gewijzigd op 15 November 2020 12:22
De meeste christenen zijn Mosul in Irak ontvlucht. IS-strijders markeren hun huizen met een Arabische N, aanduiding voor christen. beeld AFP
De meeste christenen zijn Mosul in Irak ontvlucht. IS-strijders markeren hun huizen met een Arabische N, aanduiding voor christen. beeld AFP

Het was te verwachten. Na de gezamenlijke oproep van de drie christelijke politieke jongeren­organisaties om in de bres te springen voor de vervolgde christenen (Trouw 4-8), bezweren twee medewerkers van de vredes­organisatie PAX dat zo’n „exclusieve” aanpak „niet alleen onvolledig, maar zelfs schadelijk” is.

Nog geen jaar geleden schrapte de organisatie het woord Christi en de verwijzing naar het Interkerkelijk Vredesberaad uit haar naam.

Natuurlijk moeten christenen niet exclusief beschermd worden, maar PAX gaat eraan voorbij dat in de praktijk de noodkreet van de christelijke minderheid in Irak door westerse regeringen en mensenrechtenorganisaties wordt genegeerd.

Ook nu wordt in de media vooral gesproken over de jezidi’s die de bergen in zijn gevlucht voor het oprukkende geweld van IS. Het leed van déze religieuze minderheid is reden voor de Amerikaanse president Obama om in te grijpen in Irak, niet de verdrijving van tienduizenden christenen uit Mosul en omgeving anderhalve maand eerder.

De PAX-medewerkers motiveren deze terughoudendheid vanuit het veelgehoorde argument dat openlijke steun van het christelijke Westen voor de christelijke minder­heden in het Midden-Oosten juist contraproductief uitpakt. De christelijke minder­heden zouden er extra door worden bedreigd, omdat zij dan worden gezien als vijfde colonne van het Westen.

Dat verschijnsel is inderdaad realiteit, maar dat is geen gevolg van de steun van het Westen. Niet de bescherming van christelijke minderheden, maar de oorlogsvoeringen van het Westen in het Midden-Oosten vormen de oorzaak.

Voorafgaand aan de desastreuze Irakoorlog van 2003 riepen Iraakse christenen en christenen in de rest van het Midden-Oosten hun geloofsgenoten op om niet aan deze oorlog te beginnen. Dat zou dramatische gevolgen hebben voor christenen, maar ook andere bevolkingsgroepen in Irak.

Dit klemmende beroep op het Westen werd genegeerd en vanuit het IKV werd smalend gewezen op de christelijke achtergrond van de toenmalige Iraakse minister van Buitenlandse Zaken en latere premier onder Saddam Hussein, Tareq Aziz. De christenen in Irak zouden heulen met het regime, en hun waarschuwingen werden in de wind geslagen.

Hetzelfde werd de Syrische kerken verweten toen zij in 2011, kort na het begin van de Arabische lente, waarschuwden voor jihadistische groepen die met de gewapende Syrische oppositie meevochten.

De PAX-medewerkers bepleiten een „inclusieve benadering” om bij „het ingewikkelde identiteits- en staatsvormingsproces in Irak en de Arabische regio” aan te knopen. Maar inzake Irak in 2003 en Syrië in 2011 hanteerden hun organisatie en de westerse politiek ook geen inclusieve benadering. Er werd vooral geluisterd naar Iraakse en Syrische ballingen. Ook ging de aandacht uit naar de Koerden in het noorden van het land, die bezig waren met een heel eigen „identiteits- en staatsvormingsproces in Irak.” Andere stemmen, ook die van de christenen, werden domweg niet gehoord of als irrelevant terzijde geschoven.

Juist in Syrië en Irak vormden christenen een volstrekt geïntegreerde bevolkingsgroep binnen deze volgens seculiere opvattingen gevormde staten. Met hun seculiere en islamitische landgenoten verzetten zij zich tegen de in hun ogen westerse imperialistische politiek ten aanzien van het Midden-Oosten.

Het Westen koos vervolgens andere bevolkingsgroepen als „vijfde colonne” en helpt ook nu weer vooral de Koerden om zich in Irak tegen IS te verdedigen. In plaats van de vanuit Mosul naar de Vlakte van Ninevé gevluchte christenen te beschermen, trokken de Koerdische strijders zich zonder slag of stoot uit dit gebied terug, zoals het Iraakse leger ander­halve maand geleden in Mosul had gedaan.

Christenen worden tegenwoordig inderdaad in grote delen van Irak gezien als vijfde colonne van het Westen. Maar dat komt niet omdat het Westen steeds eenzijdig voor hen op zou komen. Het Westen negeert hun waarschuwingen en hulpkreten systematisch, om dat later te rechtvaardigen door christenen als „vijfde colonne” te bestempelen.

De auteur is voorzitter van de Aramese Beweging voor Mensenrechten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer