Jan Marten de Vries: Organisten kunnen niet altijd genuanceerd pianospelen
OEGSTGEEST. In de eredienst klinkt steeds vaker de piano als begeleidingsinstrument. Het is daarom zaak dat er een volwaardige opleiding voor kerkmuziekpianist komt, vindt musicus Jan Marten de Vries. Hij gaat volgende maand in Utrecht als eerste masterstudent van start.
Steeds vaker wordt van de kerkorganist gevraagd dat hij tijdens de eredienst de liederen op de piano begeleidt. Dat was al langer zo in kerkelijke gemeenten waar het evangelicale repertoire wordt gezongen. Het nieuwe Liedboek, dat vorig jaar mei verscheen, heeft die tendens een impuls gegeven. Nogal wat liederen in die bundel kunnen het best met piano begeleid worden.
Musicus Jan Marten de Vries (55) uit Oegstgeest weet wat er dan kan gebeuren. „Organisten kunnen niet altijd genuanceerd op de vleugel spelen. En als vakpianisten worden ingezet, hebben die vaak geen idee hoe je een gemeente moet begeleiden.”
IJburg
De Vries kent het probleem vanuit het project de Binnenwaai van ds. Rob Visser in Amsterdam-IJburg. „Een klein gebouwtje, waar zo’n zeventig à tachtig mensen komen. „De keus is dan: een kistorgel of een piano. Hier staat alleen een piano. Vlak in de buurt is een studentenflat waar conservatoriumstudenten wonen, onder wie pianisten die fantastisch kunnen spelen. Maar een pianiste die door ds. Visser werd gevraagd een bijdrage te leveren aan de diensten, stuitte op problemen: Wat ga je doen? Wat is een voorspel? Welke pianoliteratuur past bij de eredienst? Ds. Visser heeft mij gevraagd haar te coachen. Het is leuk als je bij zo iemand het kwartje ziet vallen: dat je als pianist je ei kwijt kunt door tegelijk concertant en dienstbaar te zijn.”
Het maakt voor De Vries duidelijk dat de opleiding voor kerkmusicus aan het conservatorium tekortschiet. „Tot voor kort kon je alleen kiezen voor orgel of koordirectie. In Den Haag heeft echter onlangs iemand die zich op het componeren van kerkmuziek wilde toeleggen, zelf een master kerkmuziek compositie opgezet. Er zijn dus wel mogelijkheden. Dat bracht mij ertoe om in Utrecht mijn plan voor de master kerkmuziek piano te lanceren. Daar ga ik in september mee beginnen.”
Zwijnen
Zijn hoofddocent wordt Bert van den Brink, bekend als jazzpianist. „Toevallig is hij ook kerkorganist in Ophemert. Hij kent juist de pianist in de eredienst niet. Maar hij vindt mijn plan fantastisch.” Zijn masterscriptie gaat De Vries schrijven over het gebruik van pianoliteratuur in de eredienst. „Ik wil in kaart brengen wat er her en der al gebeurt. De gedachte is vaak dat pianomuziek die langzaam en meditatief is, geschikt is voor de eredienst. Maar bij het verhaal van de zwijnen die in zee storten, denk ík niet aan een rustig stuk van Satie. Daar moet beeldende muziek bij te vinden of te maken zijn.”
Zelf heeft hij al eens iets met de preludes van Chopin gedaan. „En voor de veertigdagentijd heb ik onlangs rond het thema ”Overgang naar de stilte” nieuwe pianopreludia geschreven. Het lijkt me belangrijk dat er meer componisten komen die pianomuziek speciaal voor de kerkdienst gaan schrijven.”
Is De Vries niet bang dat de piano het orgel gaat verdringen? „Dat probleem zie ik niet. Is het erg als het orgel minder in de spotlights komt? Bij ons is het idee ingesleten dat de piano een concertant instrument is. Of dat er direct een associatie is met opwekkingsliederen. Dat laatste heb ik zelf helemaal niet. Natuurlijk, niet altijd en overal kan de piano de rol van het orgel overnemen. Maar in veel gevallen is dat geen enkel probleem. En dan moet er kwalitatief goed gespeeld worden.”
De Vries hoopt dat er ook nog een keer een bachelorvariant van de nieuwe opleiding komt. „Maar daar komt wat meer bij kijken.”
Gaat het storm lopen bij de nieuwe masterstudie? „De studie kerkmuziek is vergeleken met tien jaar terug sowieso gedecimeerd. Je mag blij zijn als er de komende jaren steeds een paar studenten bij komen. Maar wat mij betreft is het een signaal. Er is nu een volwaardige nieuwe variant op de kerkmusici die er al zijn. Goede pianisten die zitten te stuntelen als ze een lied moeten begeleiden, dat is niet meer nodig.”