Na zijn autobiografie, ”Van timmerman tot burgemeester”, die vorig jaar verscheen, presenteert de eerste burger van Staphorst in één klap zijn tweede en zijn derde boek. Die zijn echter niet bestemd voor de verkoop. Tenzij er veel vraag naar is, want de boeken zijn kant-en-klaar.

In principe zijn de bundels bestemd voor relaties en voor het archief van de gemeente. Zodat later kan worden teruggelezen hoe Alssema (ChristenUnie, 65) sprak na dramatische gebeurtenissen, op feesten, politieke evenementen, bij herindelingen, ruilverkavelingen, dodenherdenkingen, op nieuwjaarsrecepties, bij huwelijken, boekpresentaties en nog veel meer gelegenheden.

Ook veel politieke spreekbeurten die hij hield als raadslid in Aduard en Zuidhorn, als wethouder en uiteraard als burgemeester staan vermeld. „Wat mij vooral is bijgebleven, zijn de toespraken bij dramatische gebeurtenissen. Je moet letterlijk, maar ook spreekwoordelijk een arm om schouders leggen, burgervader zijn, troost bieden. Het woord mooi is niet goed in dezen. Het is waardevol om dit te mogen doen.”

Alssema, timmerman, burgemeester, spreker én schrijver, is nog niet klaar. Als hij is afgezwaaid als gemeenteraads­voorzitter komt er een boek over zijn jaren als burgemeester in Staphorst. Geen onderwerp zal hij dan schuwen, maar hij wil dat wel met respect doen.

Wanneer hij de voorzitters­hamer aan de wilgen hangt, wil hij niet zeggen. „Dat weten alleen mijn vrouw en ik.” Vorig jaar werd Alssema, sinds 2001 burgemeester van Staphorst, her­benoemd voor een periode van zes jaar. Die termijn maakt hij zeker niet vol.

Als jongeman was Alssema verlegen; hij durfde niet goed voor groepen te spreken. Een cursus spreken in het openbaar en veel oefening zorgden ervoor dat hij een nog altijd een veel­gevraagd spreker is. Als bestuurslid van het landelijke Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) en later de ChristenUnie, als Statenlid in Groningen, wethouder van Zuidhorn, burgemeester van Ten Boer en van Staphorst en als voorzitter van daklozencentrum De Herberg in Zwolle hield Alssema honderden spreekbeurten. „Ik heb ze altijd bewaard. In 2005 zijn ze gedigitaliseerd. Niet lang daarna dacht ik: Misschien moet ik ze eens bundelen. Dat is nu gebeurd. Er zitten ook speeches tussen waarvan ik later dacht: Oei, had ik dat zo moeten doen? Ik heb er niks aan veranderd. Ik vind wel dat ik in de loop der jaren evenwichtiger ben geworden. Ik ben een laatbloeier.”

Alssema heeft één belangrijke leidraad in zijn leven. „Als christen wil ik alles ter ere van God doen. Ik ben hier niet voor mezelf. Je moet wat betekenen voor een ander en dus voor God.”

Een geliefd onderwerp voor zijn redevoeringen is voor Alssema dan ook de rol van de christelijke politiek. „Ieder mens heeft van God een taak gekregen. We zijn verantwoordelijk voor deze aarde, die we van God als rentmeesters mogen beheren. God wil dat we zorg dragen voor Zijn schepping en onze medemensen. Politiek speelt daarin in rol”, zo zei hij in een speech in 1992.

De twee boeken laten vooral zien hoe Alssema denkt. Een goede speech komt volgens de Staphorster burgemeester recht uit het hart. „Het is geen toneelstuk. Je bent wie je bent, en zo spreek je ook. Daarom was de toespraak die minister Timmer­mans van Buitenlandse Zaken een paar weken geleden voor de Verenigde Naties hield naar aanleiding van de vliegramp ook zo goed. Die kwam recht uit zijn hart. Hij raakte zijn gehoor tot in de ziel; ze kregen kippenvel.”

Ook Alssema probeert mensen te raken, hun wat mee te geven en hen te prikkelen. „Ik bereid mij altijd goed voor. Wat is de doelgroep? Hoe ziet de zaal eruit? Werkt het geluid naar behoren? Vaak schrijf ik de toespraak uit, soms gebruik ik steekwoorden. Bijna altijd wordt het improvi­seren. Dat is toch vaak het leukste.”