Wie is nog waar in Oekraïne?
KIEV (ANP). Het gros van de Nederlanders die de afgelopen weken waren ingevlogen naar Oekraïne na de ramp met MH17, is weer thuis. Een overzicht van de Nederlanders die achtergebleven zijn.
- In Kiev en Charkov blijven circa 30 Nederlanders actief. Daar zit Pieter-Jaap Aalbersberg niet meer bij. Hij blijft missieleider, maar is voorlopig aan het werk in Amsterdam, waar hij politiechef is. Hij heeft wel een plaatsvervanger in Kiev. De andere achterblijvers hebben de taak om eventuele vondsten die bijvoorbeeld de lokale bevolking aan hen overdraagt, naar Nederland te brengen. Ze moeten er ook voor zorgen dat zoekwerk weer snel opgepakt kan worden als daartoe besloten wordt.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft bijna al haar circa 25 Nederlandse en buitenlandse onderzoekers weggehaald uit Soledar, Charkov en Kiev. Het onderzoek gaat door vanuit Den Haag, maar één Nederlandse vertegenwoordiger is achtergebleven op de ambassade in Kiev om werkafspraken te maken tussen verschillende partijen ter plaatse. Het is de OVV de afgelopen weken niet gelukt om de rampplek te bereiken, maar de raad wil over enkele weken een rapportage met eerste bevindingen publiceren op basis van informatie uit de zwarte dozen, satellietbeelden en foto’s van wrakstukken. Indien de veiligheidssituatie het toelaat, wil ze alsnog naar de rampplek.
Het Openbaar Ministerie (OM) voert het strafrechtelijk onderzoek uit naar de vliegramp. Daarvoor werkt ze samen met alle andere landen die ingezetenen aan boord van MH17 hadden, plus Oekraïne. Daags na de ramp stuurde het OM een Nederlandse officier van justitie naar Kiev. Hij is inmiddels afgelost en hoe lang zijn opvolger blijft, is nog niet duidelijk. „Onze officier van justitie zit er vooral vanwege de internationale contacten met andere autoriteiten”, laat een woordvoerder weten. „Het onderzoek is nog volop gaande.” Details daarover wil hij niet kwijt. Ook kan hij niet zeggen of het OM, indien de veiligheidssituatie het toelaat, nog naar de rampplek toe gaat. „We sluiten het niet uit, maar dat is een stap verder.”