UTRECHT. Een richtlijn om alternatieven voor een abortus te bespreken zou huisartsen en ongewenst zwangere vrouwen kunnen helpen bij hun beslissing.
Dat stelt epidemioloog en huisarts Gé Donker van het Nivel. Donker baseert zich op onderzoek van Rutgers WPF en het Nivel. Onderzoekers van beide instellingen concludeerden maandag dat goede richtlijnen en samenwerkingsafspraken tussen gynaecologen, adoptieorganisaties en abortusklinieken huisartsen en patiënten zouden kunnen helpen een weloverwogen beslissing te maken voor afbreking of voortzetting van een ongewenste zwangerschap.
Voor consulten bij ongewenste zwangerschap bestaat geen huisartsenrichtlijn. „Nu is voor huisartsen soms onduidelijk wat er van hen wordt verwacht. Ze realiseren zich niet altijd dat de vijf dagen bedenktijd ingaan na het eerste consult bij de huisarts en dat er van hen degelijke informatie wordt verwacht”, aldus de onderzoekers.
Donker: „Bij vrouwen die al vastbesloten zijn tot een abortus verwacht de huisarts misschien dat zij andere alternatieven toch niet willen horen. Maar vrouwen die twijfelen, moeten goed geïnformeerd kunnen besluiten. We weten nu niet of dat wel altijd het geval is. Bovendien, zelfs bij vrouwen die vastbesloten zijn, is het goed te testen of ze wel goed geïnformeerd en in volledige vrijheid tot een besluit zijn gekomen. Dat is een grote verantwoordelijkheid, die artsen slechts kunnen nemen na een diepgaand gesprek met hun patiënt.”