Onbekende VN-bron en Rutte zeggen hetzelfde
DEN HAAG. Als verrassend nieuws dook het woensdag op: een VN-politiemissie is ophanden. Inmiddels is dat allang niet zeker meer.
Met welke diplomatieke bronnen in New York het Nederlandse persbureau ANP dezer dagen spreekt, is niet bekend. Woensdag repte het persbureau nog van „de woordvoerder van de Oekraïense VN-vertegenwoordiging in New York”, daarmee een traceerbare figuur suggererend.
Inmiddels betreft het meerdere personen; het ANP sprak gisteren over „diplomatieke bronnen binnen de VN.”
Vaststaat wel dat intensief contact houden voor beiden een must is: de updates zijn niet van de lucht. Strikt genomen kan dat twee dingen betekenen: óf de voornemens in New York wisselen elkaar in hoog tempo af, of de ene slag in de lucht volgt de andere speculatie op.
Inmiddels rijst wel de vraag of het oor te luisteren leggen bij de diplomatieke bron ver weg leidt tot wezenlijk meer informatie dan aan te horen wat premier Rutte in alle openheid meedeelt aan de Tweede Kamer. Antwoord: zeker niet.
Eerst de diplomatieke bron. Deze stelt woensdag dat Rutte een VN-politiemissie wil en lobbyt voor diplomatieke steun bij Australië en Oekraïne. Op donderdag is de benodigde ontwerpresolutie „bijna klaar”; vrijdag wordt deze „waarschijnlijk” voor stemming voorgelegd in de VN-Veiligheidsraad. Als dat niet blijkt te kloppen, volgt een enorme relativering: Nederland, Australië en Oekraïne houden de resolutie als ultimum remedium achter de hand. „Pas wanneer de situatie in Oost-Oekraïne uit de hand loopt, dienen zij hem in.”
Dan Rutte. Dat de bron woensdag veel leek te weten, heeft alles te maken met de dag van nationale rouw. De notificatiebrief waarin het kabinet laat weten alle opties te onderzoeken ligt klaar, maar vanwege het landelijke rouwbeklag houdt Rutte de verzending met één dag aan. Om diezelfde reden geeft hij geen persconferentie.
Wel spreekt minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) telefonisch met alle fractievoorzitters, niet om af te tasten of er steun is voor de missie, maar om aan te kondigen dat de mogelijkheid van zo’n missie inmiddels door het kabinet wordt bestudeerd.
Als Rutte zich wel vrij voelt om te spreken –donderdagavond op een persconferentie, gisteren in de Kamer– wordt al snel duidelijk hoe de vlag erbij hangt. Een snelle VN-missie heeft zeker niet de hoogste prioriteit. Die ligt bij het continueren van de berging, de repatriëring en het onderzoek. Om die reden ondersteunt het kabinet de onderzoekers met veertig marechaussees die overigens louter civiele politietaken krijgen. In jargon een hulpmissie.
En de bewapende VN-politiemissie? Die komt er misschien wel, maar misschien ook niet. Rutte en de VN-bron zijn het op dit punt roerend eens.