„Direct betrokkenen leven als in een roes”
VEENENDAAL. „De ramp met vlucht MH17 is zo verbijsterend dat nabestaanden het rationeel allemaal wel weten, maar dat de volle omvang van de gebeurtenissen nog niet tot hen doordringt.”
Dat zegt Alie Valkenburg, voormalig kerkelijk werker in de christelijke gereformeerde Bethel-kerk in Veenendaal en deskundig als het gaat om rouwverwerking en verdriet. „De schok is voor nabestaanden des te groter omdat er bijvoorbeeld geen ziekbed aan voorafging.”
Direct betrokkenen leven dezer dagen als in een roes, stelt Valkenburg. „Ze komen daar wel uit, maar dat kan bij de een veel langer duren dan bij de ander. Sommige mensen breken als ze straks met de feiten worden geconfronteerd bij de identificatie van hun geliefden. Anderen blijven als het ware op slot zitten. Als de aandacht voor hen verslapt en omstanders meer en meer overgaan tot de orde van de dag, breken de dijken. Wij denken bij rouw vaak in termen van tijd, maar een rouwproces is niet in tijd te vatten.”
Blij is Valkenburg dat de lichamen eindelijk naar Nederland terugkeren. „Daadwerkelijk afscheid nemen is erg belangrijk. Ik hoor nóg iemand zeggen: „Toen mijn vader is verongelukt, heb ik nooit afscheid van hem kunnen nemen. Ik stond bij een dichte kist. Er had wel een ander in kunnen liggen.” Uit de praktijk weet ik dat medici tegenwoordig verplicht zijn om als dat maar enigszins mogelijk is iets van de overledenen te laten zien. Al is het mogelijk niet meer dan een wrat op de wang.”
De behoefte van sommige nabestaanden om naar de rampplek te gaan, kan Valkenburg goed plaatsen. „Enigszins vergelijkbaar zijn de bloemen op de plaats van een verkeersongeval. Nabestaanden kunnen er behoefte aan hebben de plek te zien waar de oorsprong van hun verdriet ligt.”
Opvallend vindt Valkenburg dat Nederland massaal rouwt. „Ik zie verbondenheid van mensen die een gevoel van onmacht hebben en dat met elkaar delen.”