Muziek

Concours Haarlem: impressie van bezoekers

De vijftigste editie van het Internationaal Improvisatieconcours in de Bavokerk in Haarlem is anders dan anders. Geen drie, maar vier finalisten streden vrijdagavond om de felbegeerde eerste plek.

Muziekredactie
19 July 2014 12:01Gewijzigd op 15 November 2020 12:00
Winnaar David Cassan. beeld RD
Winnaar David Cassan. beeld RD

Maar vooral: het concours begint met een minuut stilte, waarbij de aanwezigen staande de slachtoffers van de vliegramp in Oekraïne herdenken. Na dat moment speelt organist Jos van der Kooy het stemmige orgelkoraal ”Vor deinen Thron tret ich hiermit” van Johann Sebastian Bach.

Dan treedt de jury onder voorzitterschap van Stephen Taylor aan: David Briggs (Canada), Gilbert Amy (Frankrijk), Jürgen Essl (Duitsland), Jan Hage (Nederland) en de enige vrouw in het gezelschap: Zuzana Ferjencikova (Slowakije). Zij won in 2004 de Haarlemse improvisatiewedstrijd, en weet dus hoe het daarboven aan de speeltafel voelt. Datzelfde gevoel kennen ook eerdere winnaars die zich onder het publiek bevinden, zoals Sietze de Vries, Gerben Mourik en Chiel Jan van Hofwegen.

Van Hofwegen herinnert zich nog het thema waar hij in 2006 over moest improviseren, zegt hij vooraf. „Het was een thema met triolen. Ik kon er toen goed mee uit de voeten. Dit thema van Louis Andriessen lijkt me veel lastiger.” Andriessen heeft een thema bedacht van 15 maten, compleet met harmonisatie, dynamische aanduidingen en twee speeladviezen. Het is „zijn eerste orgelthema ooit”, zegt Thea Derks, presentator van de avond.

Een uur van tevoren hebben de vier finalisten het thema gekregen, verder mogen ze alleen pen en papier gebruiken. Even „proberen” achter de klavieren van het imposante Müller-orgel is er niet bij: de voorbereiding moet helemaal in de fantasie van de spelers tot stand komen, aldus Derks.

Terwijl de jury het alleen met de klank van het orgel en de aanblik van het front moet doen, mag het publiek de verrichtingen van de organisten op videoschermen volgen. De finalisten zijn David Cassan uit Frankrijk, Tobias Wittmann uit Duitsland, Morten Ladehoff uit Denemarken en Lukas Grimm uit Duitsland. Zij trakteren jury en publiek op een rijk palet aan klanken die ze uit het Bavo-orgel tevoorschijn toveren, van prachtige tongwerksounds tot virtuoze toccata-achtige passages , en van meer polyfone opzetjes tot monumentale akkoord-formaties en clusters.

Wie zijn ogen naar de hoge gewelven laat afdwalen, kan een vleermuis zien dwarrelen. De kunst voor de spelers is natuurlijk om van de klankrijkdom een organisch, afgrond geheel te smeden, en dat is ook een belangrijk criterium waar de jury op beoordeelt.

In de pauze mag het publiek een stem uitbrengen op de publiekswinnaar. Evangelist Johan Krijgsman gaat voor Lukas Grimm, zegt hij. „De manier waarop hij het thema in allerlei verschillende registraties uitwerkte, vond ik heel knap. Hij was ook niet alleen maar modern, je kon in zijn spel herkenbare lijnen ontdekken.”

Tom van Oost, die regelmatig improvisatieles bij Gerben Mourik volgt, vindt het moeilijk te kiezen. Hij vond Grimm vooral later in het stuk erg goed, met de uitkomende stem in het pedaal en het briljante slot. Ook prijst hij Grimms merkwaardige registraties. Toch kiest hij voor Cassan, wiens spel hij „een mooi geheel” vond. „Hij versnelde het thema, dat vond ik goed. Ook bracht hij vrolijkheid in het thema.”

Gerben Mourik, die deze week in Haarlem de eerdere rondes van het concours bijwoonde, vindt dat harmoniseren en „het tijd nemen voor je verhaal” slecht scoort in deze editie. „Je ziet bij de spelers een bijna syntesizer-achtige manier waarop ze met het thema omgaan. Je hoort veel maniertjes en aangeleerde technieken, maar je mist een totaalconcept. Soms hoor je leuke ideeën, maar men is weinig bezig met de vraag wat het orgelspel in de ruimte doet. De laatste speler, Lukas Grimm vond ik nog de beste van de vier.”

Ook Sietze de Vries uit zich kritisch. „Als jurylid zou ik moeite hebben om een prijs uit te reiken. Ik vond er niet één echt bovenuit steken, als je nagaat dat dit de wereldtop zou moeten zijn. Ik sprak net een Amerikaanse collega, die had het over „home-made-cooking”. Er worden veel trucjes gehanteerd, en daar klinkt dan het thema tussendoor. Het geheel is te weinig vanuit het orgel gedacht.”

Voor De Vries is „controle” een sleutelwoord bij improviseren, en dat zag hij bij de derde speler Ladehoff wel terug. „Hij zette een meer polyfonisch deel met ostinato-bewegingen op. Je merkte dat hij dat gewend was dat te doen, hij voelde zich erin thuis.”

De Vries maakt de kanttekening dat het thema niet makkelijk was. “Het gaf de spelers heel weinig ruimte, het was te veel ingevuld. Ik zou liever een kleiner thema hebben waar je veel meer kanten mee opkunt, dan dit dwingende thema.”

Chiel Jan van Hofwegen kiest voor Grimm. „Hij wist de lange lijn goed vast te houden, hield het lang spannend. Hij maakte een mooie opbouw en gaf niet alles in één keer weg”.

Van Hofwegen vindt ook Cassan goed, „vanwege diens prachtige orgelgebruik. Wel vond ik zijn improvisatie een beetje te lang. En Wittmann heeft leuke ideeën, maar een onduidelijk orgelgebruik. Bij hem vroeg ik mij af: waar zit nu het thema? Ladehoff begon heel mooi met de tongwerken, maar had een veel te lang plenum, misschien wel zes minuten. Tegelijk zeg ik: het was ook wel een vervelend thema.”

Aan het eind van de avond blijkt dat de Fransman David Cassan en Lukas Grimm de hoogste ogen hebben gegooid. De deskundige jury roept Cassan uit tot winnaar, het publiek verkiest Grimm. Bij de prijsuitreiking zegt Cassan zijn prijs op te dragen op aan de slachtoffers van de ramp. Ook de 49e editie van het concours twee jaar geleden werd gewonnen door een Fransman, Paul Goussot.

Als Derks aan de juryvoorzitter Taylor vraagt waar de vrouwen waren in dit concours, kan deze alleen maar de wens uitspreken dat er in de toekomst meer zullen meedoen. Het kleurrijke programmaboekje geeft wat dat betreft nog niet veel hoop: bij de 50 portretten van „performers, jury members, composers and contestants” die een rol spelen bij het internationaal orgelfestival, staan welgeteld twee vrouwen. Zou nog een aandachtspuntje voor de volgende editie van dit interessante evenement kunnen zijn.

„Ze hebben het orgel hier wel van de muur getrokken hoor”, zegt de 17-jarige Maurits Bunt, leerling van Sietze de Vries, als hij op weg naar huis via de telefoon verslag doet aan z’n vader. „Je hoort het instrument zo eens op een andere manier.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer