„SGP-secretaris ten onrechte vervolgd”
De advocaat van voormalig SGP-secretaris D. N., mr. L. Heukels, vindt dat N. en zijn 28-jarige zoon ten onrechte zijn vervolgd voor ontucht.
Bovendien heeft het openbaar ministerie tegen de regels van de verplichte geheimhouding in een gespreksverslag van een gezinstherapeute aan het strafdossier toegevoegd. De psychotherapeute zelf verklaarde maandag eveneens dat het verslag geheim had moeten blijven en dat het gesprek „niet was gericht op waarheidsvinding.”
N. (58) werd in 2000 aangehouden op verdenking van seksueel misbruik van zijn dochter. Zijn zoon werd later eveneens gearresteerd. N. werd door de SGP op non-actief gesteld, vorig jaar werd de arbeidsovereenkomst met hem beëindigd.
De officier van justitie in Haarlem eiste twee jaar celstraf. De rechtbank sprak N. en zijn zoon evenwel vrij. Justitie ging in hoger beroep, maar liet de beschuldiging van seksueel misbruik vallen en bracht die terug tot ontucht met een eis voor een voorwaardelijke straf.
Het gerechtshof heeft het onderzoek heropend. Centrale vraag is of het gewraakte verslag, dat door het OM als een bekentenis wordt opgevat, aan het strafdossier had mogen worden toegevoegd. Verantwoordelijk hiervoor was de psychiater die de inmiddels 22-jarige dochter van N. behandelde. Zij belandde wegens een ernstige psychiatrische stoornis maandenlang in een separeercel. Volgens vader en zoon is het gesprek voorzichtig gevoerd, om te voorkomen dat het meisje verder in de put zou raken. Bovendien bevatte het verslag volgens N. veel onjuistheden. Het commentaar van N. is niet in het dossier opgenomen.
Maandag verklaarde psychotherapeute J. Jonkheer (38) dat zij het verslag in een gesloten envelop in het bakje van de psychiater had gelegd. Het was bestemd voor de therapeute die haar werkzaamheden zou overnemen. De psychiater wist van de geheimhoudingsafspraak. Hij overhandigde echter kopieën aan justitie, nadat hij eerder de dochter had geadviseerd een aanklacht wegens seksueel misbruik tegen haar vader en haar broer in te dienen. Jonkheer zei zich niet te hebben verzet. „De psychiater was mijn chef. Ikzelf zou grondig overleg hebben gepleegd met onder meer mijn beroepsvereniging.”
Dat overleg zou nodig zijn geweest omdat de beroepscode geheimhouding verplicht. Omdat vader N. en zijn zoon geen toestemming hadden gegeven om de geheimhouding op te heffen, beriep Jonkheer zich maandag op haar verschoningsplicht. De dochter, die een deel van de zitting aanwezig was, had wel toestemming gegeven om te praten. Het hof stelde over haar aandeel evenwel geen enkele vraag.
Volgens advocaat-generaal Y. Kruymer was het verslag niet ten onrechte bij de stukken gevoegd, omdat er geen sprake was van behandeling van de gezinsleden. „De patiënt zelf heeft haar geheimhoudingsplicht opgeheven”, aldus Kruymer, die haar eerdere eis van een jaar voorwaardelijke celstraf herhaalde. Meer achtte zij niet nodig, gezien de omvang van het familiedrama. „Het gaat er om dat de consistente verklaring van de dochter erkenning vindt.”
Mr. Heukels wees op tegenstrijdigheden in de verklaringen van de psychiater, die de gesprekken met het gezin als ouderbegeleiding betitelde. Volgens de raadsman hadden de gezinsleden alles overgehad voor hun dochter en zus. „Daarvoor kwamen zij naar de kliniek, niet voor de waarheidsvinding”, aldus mr. Heukels.
N. beaamde dit in een emotioneel geladen laatste woord. Hij gaf aan te goeder trouw te hebben gehandeld. „Als de toezegging van een officieel therapeut niet gestand wordt gedaan en je daarvoor wordt gestraft, houdt voortaan iedereen in Nederland zijn mond.” N., die onder meer tegen de betrokken psychiater een klacht bij het regionaal medisch tuchtcollege heeft ingediend, wees op het voortslepen van de kwestie, die al vier jaar op hem en zijn gezin drukt. „Ik hoop op een uitspraak die ons in staat stelt te werken aan het herstel van onze dochter, met wie we nog steeds goede contacten hebben.”
Uitspraak 19 januari.