Zuivel hekelt kritiek Nederland op EU
De geloofwaardigheid van Nederland loopt schade op door de voortdurende opmerkingen over de bijdrage aan het EU-lidmaatschap. Dat stelde ir. G. A. Koopstra, voorzitter van het Productschap Zuivel, dinsdagmiddag in zijn nieuwjaarstoespraak.
In de rede van de voorzitter stond de toetreding van tien nieuwe EU-landen op 1 mei centraal. Koopstra noemde het zorgelijk dat in Nederland steeds minder positief gedacht en gesproken wordt over de Europese Unie. „Het is goed om eens in herinnering te brengen dat ons land in belangrijke mate heeft geholpen met de vorming van de EU en zeker ook met het gemeenschappelijke landbouwbeleid. Wij hebben daar jarenlang bovenmatig van geprofiteerd.”
De voorzitter ergerde zich aan de kritiek van minister Zalm dat Nederland momenteel meer bijdraagt dan het ontvangt. „Tientallen jaren was de situatie omgekeerd. Door nu veel kritiek te leveren, maken we ons ongeloofwaardig.” Ook het voortdurende gehakketak op het Europees landbouwbeleid heeft volgens Koopstra de Nederlandse invloed in de EU meer afbreuk gedaan dan de toename van het aantal lidstaten.
Nederland moet zich inzetten om gezag en invloed te verwerven in de Europese zuivelsector. „In Den Haag blijft men halsstarrig benadrukken wat er te verliezen is. Maar Nederland moet het spel van het eigenbelang spelen om de aansluiting op de wereldmarkt niet te verliezen.”
Het Productschap Zuivel vertegenwoordigt 25.000 bedrijven in de zuivelsector. In 1980 lag dit aantal nog op 67.000. Het aantal melkkoeien is in die periode gedaald van 2,36 miljoen naar 1,48 miljoen. Voor de sector was 2003 een vrij mager jaar vanwege de lage prijzen.
Koopstra benadrukte in zijn rede het belang van schaalvergroting van de veebedrijven, maar wel binnen de grenzen van de „menselijke maat. Dus geen koeienflats, bioproductieparken of agrarische clusters.” Ook wil hij dat de overheid meer aandacht besteedt aan deregulering en vermindering van de administratieve lasten.