Hoe gaat de wederopbouw?

„Rijdend over het eiland zie je mensen zo goed en zo kwaad als het gaat de boel weer opbouwen. Huizen worden gebouwd en scholen - hoewel een enkele nog gehuisvest in een tent - zijn weer volop in bedrijf. Ik zie dat er enorm veel gedaan is door de bevolking, de overheid en de hulporganisaties.”

Wat is het grootste probleem?

„Dat is de huisvesting. Veel mensen hebben weer een onderkomen, maar dat is niet geschikt voor de lange termijn. Een probleem hierbij zijn de landrechten. Met de ramp verdween ook de burgerlijke stand en dus eigendomsaktes. Dat leidt er onder meer toe dat grond wordt betwist. Een tweede probleem is hoe je zorgt dat zo’n ramp het gebied niet een tweede keer treft. Dan moet je denken aan de aanleg van dijken, mangrovebossen et cetera. Maar je moet ook zorgen dat je niet op onveilige plekken bouwt en huizen van betere kwaliteit neerzet.”

Er wordt veel geklaagd door burgers over het optreden van de overheid. Hoorde u die geluiden ook?

„Het gaat nooit snel genoeg voor mensen die in deze situatie verkeren. De overheid is zeer betrokken, maar zo’n kwestie als die van de landrechten vertraagt de huizenbouw. Dan is het terecht dat de mensen naar de overheid kijken. Verder hebben de autoriteiten een website geopend waarop te zien is hoe het hulpgeld wordt uitgegeven. De regering neemt de moeite om zo transparant mogelijk te zijn.”

U bezocht Leyte samen met Jim Yong Kim, de president van de Wereldbank. Hoe oordeelde hij over de wederopbouw?

„We zitten zeer op een lijn. De Wereldbank wil investeren in de regio en de groei versterken. Het economische leven moet weer zijn loop krijgen. Kim ziet veel kansen voor het gebied. De bevolking toont veel veerkracht, maar hebben een verschrikkelijk zware opgave.”

Gaat u nog nieuwe hulp geven?

„Vooralsnog niet. Er is direct na de ramp via Giro 555 in totaal 36 miljoen gegeven en nog eens 6 miljoen door het kabinet.”