Historicus prof. Wolffsohn (München): Duitse Israëlhaat is disproportioneel
„Waarom haten zo veel Duitsers Israël?” Die vraag werpt de Joodse historicus prof. dr. Michael Wolffsohn, verbonden aan het historisch instituut van de Universität der Bundeswehr München, op in een zaterdag verschenen bijdrage bijdrage op de Duitse nieuwssite Focus Online. „De Duitse Israëlhaat”, stelt hij vast, „is totaal disproportioneel en irrationeel.” Om te besluiten: „Is de Israëlhaat inmiddels zo heftig, dat ook ik misschien het begrip „antisemitisme” moet gebruiken?”
Aanleiding tot zijn artikel vormt het recent weer in alle hevigheid opgelaaide conflict tussen Israël en Hamas. Prof. Wolffsohn: „Amerikanen, Europeanen en vooral Duitsers roepen op tot beëindiging van de gevechtshandelingen. Duitse media en de publieke opinie reageren eenzijdig, bijna giftig op Israël. Is dat nog kritiek of toch wel antisemitisme?”
Al op de eerste dag van de strijd viel het hem bij „een bekende tv-presentator” op, schrijft de historicus uit München: diens houding, mimiek, lichaamstaal „drukte voor mij meer uit dan al zijn kritische woorden.”
Maar je mag Israël toch kritiseren, zonder meteen van antisemitisme te worden verdacht? „Minstens eenmaal per dag is deze zin wel ergens hier te lande te lezen of te horen”, aldus prof. Wolffsohn. „Klopt. Maar tussen kritiek, vooringenomenheid en haat bestaat toch echt wel onderscheid.”
Ongeliefd
Israël behoort voor „de” Duitsers tot de „ongeliefdste staten van de wereld”, vervolgt hij. De uitkomsten van „talloze serieuze enquêtes” die sinds begin jaren tachtig zijn gehouden, bewijzen dat volgens hem. „Sterker nog: Israël is bij „de” Duitsers veel ongeliefder dan in bijna alle andere EU-landen. En nog sterker: uit enkele enquêtes kwam naar voren dat de Israëlhaat in Duitsland alleen nog door die in extreem Arabisch-islamitische staten wordt overtroffen.”
Er zíjn aanleidingen om Israël en de Israëlische politiek te kritiseren, erkent prof. Wolffsohn. „Maar waarom verhit Israëls nederzettingenpolitiek de gemoederen meer dan de veel brutalere Chinese politiek ten aanzien van Xinjinag of Tibet? Ik weet het niet, ik stel het alleen maar vast, en laat niet meteen alle alarmbellen rinkelen door „antisemitisme” te roepen. Ik vraag. Ik vraag waarom talrijke, dagelijkse schendingen van de mensenrechten in Iran, Noord-Korea, Zimbabwe, Rusland of waar dan ook bij ons meer of minder stilzwijgend voor kennisgeving aangenomen worden, terwijl je uit de media en vele gesprekken de indruk krijgt dat Israël de ergste onderdrukkende staat is die wereldwijd bestaat.”
Niet begrijpen
„Al decennia analyseer en becommentarieer ik onder andere de Duits-Israëlische betrekkingen”, besluit de Joodse historicus zijn bijdrage. „Ik weet, waarom de Duitsers de Israëlische politiek kritisch volgen. Ik kan dat vaak ook nog wel volgen en begrijpen, niet zelden zelfs toegeven. Maar niet begrijpen, niet volgen kan ik de onevenwichtigheid – de Duitse kritiek ten opzichte van de democratie Israël in vergelijking met de milde beoordeling van dictaturen, ja, brutale dictaturen. Niet begrijpen, niet volgen kan ik de Duitse Israëlháát. De Duitse Israëlhaat is disproportioneel en irrationeel. Is de Israëlhaat inmiddels zo hevig, dat ook ik misschien het begrip ”antisemitisme” moet gebruiken?”