Chinese taoïstenleider overleden
De Chinese taoïstenleider Min Zhiting is zaterdag op 80–jarige leeftijd overleden. Dat heeft het persbureau Xinhua maandag gemeld. Min was voorzitter van de door de staat gecontroleerde Chinese Taoïstische Vereniging, waarbij alle taoïstische tempels aangesloten moeten zijn.
Het taoïsme is met het confucianisme en het boeddhisme de belangrijkste spirituele stroming in de Chinese geschiedenis. Het communistische bewind heeft het net als andere godsdiensten bestreden. Het taoïsme mag alleen beoefend worden in erkende organisaties en tempels.
Min Zhiting moest in zijn spreken en handelen dan ook blijven binnen de kaders die de staat heeft gesteld. Dat bleek onder meer uit zijn recente veroordeling van de beweging Falun Gong, die aan sterke vervolging door de staat blootstaat. Min Zhiting becijferde onlangs dat China ongeveer 1600 taoïstische tempels en ruim 26.000 ingewijden telt.
In het taoïsme staat het begrip tao (de weg) centraal. Dat is het hoogste beginsel, waaruit alles is voortgekomen en dat de loop der dingen bepaalt. Taoïsten stellen zich ten doel in overeenstemming met tao te leven.
De belangrijkste geschriften in het taoïsme zijn Tao–te–tjing van Lao–tse en het orakelboek I–Tjing, dat ook in het Westen in kringen van new age populair is. In het Westen is het taoïsme verder onder meer bekend geworden door de boeken van Benjamin Hoff, die de taoïstische wijsheid in de verhalen van Winnie de Poeh weerspiegeld ziet.